Tot zijn deportatie verbleef hij op Brinkgreven, Brinkgreverweg 248: (op foto: oude ingang Brinkgreven)
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Abraham Rudelsheim | Amsterdam | 30-04-1895 | Auschwitz | 17-09-1943 |
Zijn ouders waren Alexander Rudelsheim (ca 1878; diamantbewerker) en Ester Wijnberg.
Hun andere zoon Leon (op de foto links) was violist; vanaf 1933 was hij 1e concertmeester in het concertgebouw.
Abraham verbleef in psychiatrisch ziekenhuis “Meerenberg” Santpoort, maar werd in 1942 geëvacueerd met een paar andere joodse patiënten naar Brinkgreven.
Hij verbleef in Brinkgreven (paviljoen Meynert) toen de politie de joodse patiënten op 13-4-1943 kwamen halen. Abraham Rudelsheim stond niet op het "lijstje" van de Duitsers en had geen J op zijn persoonsbewijs; hij werd echter aangewezen door een niet-joodse patiënt. Er was wat consternatie omdat de waarnemend geneesheer-directeur van Brinkgreven Dr. Grüschke vroeg om hem daar te laten totdat het was bewezen dat hij joods was, terwijl de politie hem mee wilde nemen en weer laten gaan als bleek dat hij niet-joods was.
Rechts een gedeelte van het verslag (wie het geschreven heeft is onbekend) dat gaat over de consternatie met Dr. Grüschke over het meenemen van Rudelheim.
Abraham kwam op 13-4-1943 aan in Westerbork. Er is schijnbaar in Westerbork verder onderzoek gedaan of het Persoonsbewijs van Abraham vervalst was. Vijf maanden later dan de andere patiënten, is hij alsnog op 14-9-1943 naar Auschwitz gedeporteerd en drie dagen later bij aankomst vergast.