(door Lex Rutgers)
Tot hun deportatie woonden zij vanaf 1938 in de woning aan de Brinkgreverweg 228, voorheen nummer 172.
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Samuel Gosschalk | Deventer | 16-06-1907 | Midden Europa | 08-02-1945 |
Anna Gosschalk- Cats | Enschede | 08-10-1911 | Auschwitz | 26-10-1944 |
Bernard Gosschalk | Westerbork | 21-12-1942 | Auschwitz | 26-10-1944 |
Op de foto links het gezin omstreeks 1943 in kamp Westerbork.
Sam was de zoon van Bernard en Henriette Gosschalk en geboren in 1907 in Deventer. Hij had ook een zus Fronica, geboren in 1904.
Vader Bernard was met zijn broers één van de eigenaren van de exportslachterij Fa. S. Gosschalk in de Noordenbergstraat, opgericht door zijn vader Samuel.
In 1920 werd Sam Bar Mitswa in de Grote Synagoge in de Golstraat; op de foto rechts de advertentie hiervan.
Nadat Sam zijn Middelbare Handelsschool had afgerond is hij net als zijn vader slager geworden en ging ook werken bij de zaak van zijn vader en ooms.
Sam trouwde in 1931 met Edith van Engel. Zij was geboren in 1906 in Deventer. Ook haar vaders familie had een slagerij in Deventer, in de Grote Overstraat. Edith was met haar ouders naar Bremen, Duitsland, verhuisd en kwam na haar huwelijk in Deventer bij Sam wonen. Volgens een neef had zij een zacht en bescheiden karakter en kon ze heel goed pianospelen.
Helaas overleed Edith al op jonge leeftijd en 3 jaar na haar huwelijk, in 1934. Zij werd begraven op de joodse begraafplaats in Deventer, zie haar grafsteen links op de foto.
Na twee jaar is Sam opnieuw getrouwd in 1936, met Anna Cats, geboren in 1911 in Enschede. Ze zijn in 1938 in Amersfoort gaan wonen maar kwamen weer terug naar Deventer.
De exportslachterij kwam eind 1941 in handen van de bezetter en Sam kwam zonder inkomen te zitten. In februari 1942 werd Sam met 2 andere joodse mannen bekeurd door de politie op de Beestenmarkt waar hij niet mocht zijn op de veemarkt.
Sam werd aangesteld als medewerker van de Centrale Keuken voor de Joodse Raad Amsterdam, afdeling Deventer in zomer 1942. Op dat moment moest hij met Anna hun huis op de Brinkgreverweg verlaten op last van de bezetter en is noodgedwongen bij zijn ouders ingetrokken op de Brinkpoortstraat.
Eind augustus 1942 moest Sam samen met andere joodse mannen naar het werkkamp Wittenbrink te Hummelo. Hij werd verenigd met Anna begin oktober 1942 in kamp Westerbork waar zij toen heen moest.
Op 21 december 1942 werd in Westerbork hun zoontje Bernard geboren. Van dit nieuwe gezin zijn nog foto’s bewaard gebleven.
Bernard is één van de drie Deventer joodse kinderen die in Westerbork geboren zijn.
Het gezin is op 25 februari 1944 doorgestuurd naar Theresienstadt. Op 23 oktober 1944 is het gezin op transport gezet naar Auschwitz waar moeder Anna en zoontje Bernard bij aankomst zijn vergast. Sam moest werken in een werkkamp en bezweek, vermoedelijk tijdens een van de dodenmarsen, nadat Auschwitz bevrijd was door de Russen, op 28 februari 1945 ergens in Midden-Europa.
De ouders van Sam, Bernard en Henriette Gosschalk, en zijn zus Fronica met haar gezin hebben de oorlog overleefd. Ook de ouders van Anna, Abraham Cats en Billa Aptroot, hebben de oorlog overleefd.
© Etty Hillesum Centrum/Lex Rutgers