pand Brink 18(door Lex Rutgers)

Tot hun deportatie woonden zij in de woning aan de Brink 21, nu nummer18.

naam geboren te datum overleden te datum
Elisabeth van Spiegel- Gazan Zwolle 03-05-1890 Auschwitz 17-09-1943
Meijer van Spiegel Halberstadt 13-04-1916 Midden Europa 09-05-1945
Joseph van Spiegel Deventer 18-07-1930 Auschwitz 17-09-1943
Selly van Spiegel Halberstadt 28-01-1918 Auschwitz 17-09-1943
Betsy van Spiegel Amsterdam 14-02-1924 Auschwitz 17-09-1943
Rosette Selly van Spiegel Winterswijk 10-12-1911 Auschwitz 17-09-1943

 
Het gezin van Falk van Spiegel en Elisabeth (oftewel Lieze) Gazan kwamen hier wonen vanaf 1924 omdat het echtpaar daar kon werken voor de Joodse gemeente Deventer. Het gezin woonde links van de twee deuren. Beneden de woonkamer en boven de slaapkamers.
Falk werd de koster (oftewel sjammes) en Lieze werd beheerster van het rituele bad (oftewel Mikwe).
gezinOp de foto het gezin Van Spiegel in 1939. Op de bovenste rij: Ro, Bubi, Selly en Semmie en onderste rij: Jopie, Lieze, Falk en Betsy.

Falk is geboren in Deventer in 1881 als zoon van de slager Simon van Spiegel en Rozette Rubens. Het was een zeer religieus gezin. Falk is ook een slagerij begonnen met zijn broers, maar al snel besloot hij om bakker te worden en begon een eigen bakkerij in de Assenstraat.

rosette selly van spiegel.jpgmediaclass victim image.6c5871958aac18645b4a764129c4d9cf417df34dNa zijn huwelijk met Lieze Gazan, geboren in 1890 in Zwolle, begon Falk een bakkerij in Bochum Duitsland. Hij bracht daar alles rond per fiets en maakte daar vooral ontbijtkoeken. Het echtpaar is teruggekeerd naar de ouders van Lieze in Winterswijk waar hun dochter Rosette Selly (oftwel Ro) werd geboren in 1911. Zie foto rechts.

In 1914 is Falk gaan werken als “shomer”, waar hij toezicht hield op het koosjer maken van het eten (oftwel ORT) in een hotel Bad Hartburg Duitsland, waar hij ook (banket)bakker was. Lieze kwam daar ook met dochter Ro wonen. Falk zag in 1914 een advertentie in een joods blad waar een “shomer” werd gevraagd voor alle ORT-slagers in Halberstadt Duitsland. Lieze kon daar een baan krijgen als Mikwe-vrouw.

meijerselly van spiegel.jpgmediaclass victim image.6c5871958aac18645b4a764129c4d9cf417df34dIn Halberstadt zijn nog drie kinderen geboren; in 1916 Meijer (oftwel Bubi), in 1918 Selly en in 1922 Simon (oftwel Semmy). Op de foto links Meijer en Selly.

Door toenemend antisemitisme is het gezin in 1923 weer terugverhuisd naar Nederland en zijn ze gaan wonen bij de ouders van Lieze die inmiddels in Weesp woonden. betsy van spiegel l bov joods lyceum zwolle sept 4dochter van MarcusvanSpiegelFalk kon in Amsterdam verder leren voor ritueel slager (oftwel Sjochet). Daar werd in 1924 ook nog een dochter geboren, Betsy, foto rechts.

In 1924 verscheen een advertentie waarin Joodse gemeente Deventer een Sjochet, en sjammes zocht. Voor Falk was dat lastig, omdat hij geen woord meer sprak met zijn broer Meyer die daar bestuurslid was. Toch heeft hij gesolliciteerd en werd hij aangenomen. Hij was ook incasseerder en bode van de joodse gemeentelijke gelden en instellingen. Op hoge feestdagen mocht Falk op de ramshoorn (oftewel Sjofar) blazen. Naast dit werk verkocht Falk ook loterijbriefjes. Lieze werd in Deventer Mikwe-vrouw.

advertentie2In 1929 werd oudste zoon Meijer Bar Mitswa.

In 1930 werd nog een zoon geboren, Joseph (oftwel Jopie). Het gezin was compleet.
In 1930 overleed de vader van Lieze, Meijer Gazan. Vijf jaar later ook haar moeder, Saartje Nihom. Beiden zijn begraven op de joodse begraafplaats in Deventer.

Oudste dochter Ro ging op 15-jarige leeftijd in 1926 werken als hulp in de huishouding in Lochem. Later werd ze kinderbegeleidster en in 1939 werd ze benoemd als adjunct directrice in de Friedheim Stichting voor kinderen te Hilversum. Nadat ze daar eind 1940 haar baan was verloren, werd ze gevraagd om een joods bejaardenhuis op te zetten in Den Haag waar ze ook ging wonen.

graf ValkDe jongste zus van Ro, Betsy, kwam in 1940 bij haar in Den Haag wonen en ging ook werken in het hetzelfde joods bejaardenhuis.

Dochter Selly vertrok in 1936 naar Hilversum om te werken in een creche. Ze ging leren voor verpleegster in 1939, en woonde en werkte in een joods bejaardenhuis in Amsterdam. Selly had al vanaf 1938 verkering maar haar vriend maakte het uit in 1942 om te trouwen met een ander meisje, waar Selly zeer verbolgen over was.

Oudste zoon Meijer werkte bij stoffengrossier Van Esso op de Brink. Af en toe was hij voorzanger tijdens Hoge Feestdagen in Rijssen, Holten en Aalten.
In 1939 bleek vader Falk van Spiegel keelkanker te hebben en kwam te overlijden. Op de foto rechts zijn grafsteen met afbeelding "Sjofar". Het was een groot verlies voor het gezin. Meijer ging daarna studeren in Amsterdam voor leraar Hebreeuws. Na 2 maanden kon hij dan ook de functie van zijn vader in Deventer overnemen wat hem toegezegd was.

Bijzonder van Meijer was dat hij goed kon zingen en meerdere instrumenten kon bespelen. Hun oude joodse leraar uit Halberstadt had zijn ouders al geadviseerd om hem zanglessen te geven. In 1942 werd Meijer ook nog leraar aan de joodse godsdienstschool omdat de oude leraar, de heer Roeper, dit niet meer op kon brengen.

De andere zoon Simon was altijd erg geinteresseerd in geschiedenis, iets wat hij ook leerde van zijn joodse leraar Koppels. Deze vroeg hem ook om voorzitter te worden van de joodse jongerenvereniging in Deventer. Simon studeerde in 1940 af bij de Handelsschool. Eerst wilde hij stoppen en wilde hij - net als zijn vader - bakker worden. In 1941 ging hij in Deventer werken bij een electriciteitszaak maar moest daar stoppen omdat hij joods was. Daarna ging hij klusjes doen bij Deventer joodse families. In 1941 kreeg Simon verkering met Floor Schlachter uit Rotterdam. Hij wilde met haar trouwen in augustus 1942 maar kreeg bericht dat zij was opgepakt en naar kamp Westerbork was gebracht.

Meijer en Simon zijn vanaf oktober 1942 gaan onderduiken bij buren en soms stiekem in hun eigen huis tot februari 1942. In hun huis woonden tijdelijk ook joodse families die uit hun eigen huis waren gezet. Hun moeder Lieze en hun jongste broertje Jopie waren reeds ondergedoken in Heemstede. Ook haar dochter Selly voegde zich later bij hen.

Ondertussen hoorden Meijer en Simon ook van een niet-joodse verpleegster dat het bejaardenhuis in Den Haag in maart 1943 leeggehaald was inclusief hun zussen Ro en Betsy.

Moeder Lieze en broertje Jopie werden in mei 1943 verraden in Heemstede en opgehaald door de politie aldaar. Een paar maanden later, op 14 september 1943 gingen moeder Lieze, met haar kinderen Ro, Selly, Betsy en Jopie op transport vanuit Westerbork naar Auschwitz waar ze 3 dagen later bij aankomst zijn vergast.

Vanaf januari 1944 zijn Meijer en Simon weer in Deventer ondergedoken, echter nu achterin de synagoge, die leeg en verlaten was en waar meubels waren opgeslagen van leegehaalde joodse huizen. Ze werden daarbij geholpen door het verzet, waar onder andere een politiecommissaris in betrokken was. Intussen was ook de verloofde van Meijer, Hilde Körner, bij hen erbij gekomen. Simon was intussen naar Almelo vertrokken waar hij onder een andere naam ging werken bij de fabriek van Bendien.

Daar hoorde hij dat de plek achterin de synagoge was verraden en dat Meijer en Hilde daar waren opgepakt.

gezin Simon 1955Beiden kwamen op 22 juli 1944 in kamp Westerbork in de gevangenis terecht en werden op 3 september 1944 als strafgevangenen naar Auschwitz gestuurd. Meijer heeft waarschijnklijk de dodenmarsen niet overleefd. Zijn sterfdatum is bekend: 9 mei 1945 ergens in Midden-Europa. Hilde heeft Auschwitz overleefd.

Simon zat in Almelo ook in het verzet en regelde vervalste persoonsbewijzen en zorde voor onderduikadressen. In Almelo leerde hij ook de joodse Lenie Simons kennen, die in dezelfde fabriek had gewerkt. Lenie zat op het laatst met haar zus Mieke ondergedoken in Zwolle.

Na de bevrijding zijn Simon en Lenie in Almelo gelijk getrouwd op 26 juni 1945. Ze zijn daarna in Arnhem gaan wonen waar twee dochters zijn geboren; Liesje in 1946 en Rifka in 1949. Daarna zijn ze verhuisd naar Den Haag waar hun derde dochter werd geboren in 1952, Selly. Op de foto links het gezien in 1955.
Het gezin van Simon en Lenie is in 1955 verhuisd naar de USA en 1968 naar Israël. Daar runden ze in kibboets Lavi een bekend hotel.  Simon kreeg in Israel nog het Nederlands verzetskruis uitgereikt. Simon is in 1993 in Jeruzalem overleden en en Lenie volgde hem op, bijna 30 jaar later, op 102-jarige leeftijd, in 2022. Zij kregen 22 kleinkinderen. 



© Etty Hillesum Centrum/Lex Rutgers