(door Lex Rutgers en Betty Philip)
De leden van dit gezin, die tot hun deportatie woonden aan de Walstraat 5 waren:
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Bernard Rosenbaum | Schleiden (Duitsland) | 18-11-1891 | Auschwitz | 08-10-1944 |
Elisabeth Suze Rosenbaum-Frankfort | Deventer | 18-07-1890 | Auschwitz | 08-10-1944 |
Het pand op de foto links is van omstreeks 1970 en rechts het huidige pand.
De dochter Meta van het echtpaar Bernard Rosenbaum en Elisabeth Suze Frankfort woonde in Amsterdam bij het gezin van de zus van Elisabeth, Henriette.
Ze woonden naast het gezin van de broer van Elisabeth, Joseph Frankfort, en haar moeder, de weduwe Brunetta Frankfort-Wolfsheimer. Joseph had op Walstraat 3 een koosjere slagerij die hij overgenomen had van zijn vader die in 1928 was overleden. De slagerij stond bekend om zijn broodje pekelvlees.
Elisabeth is de jongste dochter van Emanuel en Brunetta Frankfort-Wolfsheimer in 1890 geboren in Deventer. Elisabeth had een broer, geboren in 1887, gevolgd door een zus, Henriette in 1888.
In 1896 ging het gezin Franfort boven de slagerij wonen in de Walstraat, die vader Emanuel kon overnemen.
Elisabeth is in 1924 getrouwd met Bernhard Rosenbaum uit Schleiden in Duitsland. Voor haar huwelijk werkte ze als typiste. Ze gingen in Sterkrade in Duitsland wonen, waar hun dochter Meta is geboren in 1925. Het gezin Rosenbaum was liberaal Joods. Het is niet bekend wat voor werk Bernhard Rosenbaum in Duitsland deed.
Na de Kristallnacht op 9 november 1938 werd Bernhard opgepakt als jood en zat een maand in kamp Dachau tot 15 december 1938. Zijn dochter Meta kwam op 20 november als vluchteling naar Nederland en kwam terecht in een opvanghuis voor vluchtelingen in Den Dolder. Door de inzet van haar oom en tante Josua Abrahams en zijn vrouw Henriëtte Franfort kon ze daar vanaf 23-10-1939 bij hen in Amsterdam komen wonen.
Op 1 februari 1939 kwamen Elisabeth en Bernhard ook als vluchtelingen naar Nederland en gingen wonen bij het gezin van de broer van Elisabeth, Joseph Franfort, in de Walstraat.
Het echtpaar Rosenbaum werd in Deventer ook lid van de joodse gemeente. Er was echter geen inkomen van Bernhard en derhalve hoefde hij geen lidmaatschap te betalen.
Hun dochter Meta kreeg een oproep - als een van de eersten - om naar kamp Westerbork te gaan. Vandaar uit ging ze op 15 juli 1942 op transport naar Auschwitz, waar ze na iets meer dan 2 maanden, op 30 september is bezweken.
Bernhard Rosenbaum moest in augustus 1942 naar het joodse werkkamp Wittenbrink te Hummelo (op de foto rechts: bron Kronyck), waar meerdere joodse mannen uit Deventer heen moesten. Ook zijn neef Emanuel Frankfort, die naast hem woonde in de Walstraat, verbleef daar. Zijn zwager Joseph Frankfort zat in een ander werkkamp.
Beide werkkampen werden begin oktober 1942 opgeheven en de mannen werden naar kamp Westerbork overgebracht. Daar moesten ook hun gezinnen heen begin oktober.
Bijzonder is dat Elisabeth niet gelijk in Westerbork terecht kwam, maar pas op 15 januari 1943. Met haar man moest ze op 21 april 1943 op transport naar Theresienstadt. Vanuit daar moesten ze op 6 oktober 1944 naar Auschwitz waar ze bij aankomst zijn vergast.
Ook het gezin van Elisabeth broer, Joseph Frankfort, en het gezin van Elisabeths zus, Henriette, uit Amsterdam, is vermoord in de oorlog. De moeder van Elisabeth, Brunetta Frankfort-Wolfsheimer, is ook vermoord. Zij was toen 90 jaar.
© Etty Hillesum Centrum/Lex Rutgers