Walstraat nu(door Lex Rutgers en Betty Philip)

De leden van dit gezin, die tot hun deportatie woonden aan de Walstraat 3 waren:

naam geboren te datum overleden te datum
Joseph Frankfort Deventer 04-05-1887 Auschwitz 29-10-1942
Henriëte Frankfort- Anschel Schermbeek (Duitsland) 03-04-1897 Auschwitz 29-10-1942
Emanuel Frankfort (Mannie) Deventer 24-02-1923 Auschwitz 28-02-1943
Brunetta Frankfort Deventer 15-04-1924 Auschwitz 29-10-1942
Brunetta Frankfort- Wolfsheimer Lüxheim (Duitsland) 09-10-1852 Sobibor 14-05-1943


Pand slagerij Frankfort WalstraatHet pand op de foto links is van omstreeks 1970 en rechts het huidige pand.

Behalve het gezin van Joseph Franfort en Henriëtte Anschel en hun kinderen Emanuel en Brunetta woonde hier ook de moeder van Joseph, de weduwe Brunetta Frankfort-Wolfsheimer.

De vader van Joseph, Emanuel Frankfort, was in 1861 bij zijn oom Emanuel Visser in Deventer komen werken als slagersknecht. Hij kwam uit Amsterdam. In 1886 is hij in Deventer getrouwd met Brunetta Wolsheimer uit Lüxheim in Duitsland.
In 1887 is hun zoon Joseph geboren, gevolgd door Henriette in 1888, en in 1890 kwam dochter Elisabeth Suze.

slagerij links WalstraatIn 1896 kon Emanuel de slagerij van Brands overnemen in de Walstraat 3. Deze bestond daar al 50 jaar. Het gezin Franfort ging boven de slagerij wonen. Joseph is bij zijn vader in de slagerij gaan werken.
In 1922 is Joseph getrouwd met Henriëtte Anschel uit Schermbeck in Duitsland. Het echtpaar is bij de ouders van Joseph ingetrokken. Daar is in 1923 hun zoon Emanuel (oftwel Mannie) en in 1924 hun dochter Brunetta geboren.
In 1928 overleed de vader van Joseph, Emanuel en werd begraven op de joodse begraafplaats in Deventer.

Briefkaart Frankfort   voor 2Joseph was- net als zijn vader - gespecialiseerd in pekelvlees. Dit werd ook verkocht tussen kadetjes die de mensen ter plaatse konden opeten.
Links op de foto de slagerij waar een hond tegen de etalage staat met daarboven het bord vleesch, een foto ter gelegenheid van het 25 jarige jubileum van Koningin Wilhelmina op 6 september 1923.
De slagerij was koosjer, wat betekent dat de zaak ook op zaterdag dicht was en op zondag geopend. Een advertentie uit de jaren voor de oorlog vermeldde de volgende tekst:
Waarom? Waarom gaan sommigen naar Amsterdam en halen iets voor de boterham? Omdat wat van ver komt, lekker smaakt, zoals vaak wordt gezegd. Doch ’t pekelvleesch in Deventer is evengoed fijn. Maar dan moet je bij Frankfort in de Walstraat zijn! 

Het gezin Frankfort was traditioneel Joods en hadden een actieve bijdrage in de synagoge, bij hun vlak op de hoek, in de Golstraat.
adv Bar Mitswa Emanuel z. Joseph Frankfort NIW 28 2 1936De zoon van Joseph, Emanuel, ook wel Mannie genoemd, deed in 1936 Bar Mitswa waarna hij mee mocht doen in de diensten in de synagoge. Op de foto een advertentie uit het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 1936.

Een bewoner uit de Walstraat beschreef in zijn memoires Joseph, die een beetje loenste, een brilletje droeg, een beetje mager en goedlachs. Hij had een mooie, vriendelijke dikke vrouw. Hun dochter Brunetta was een heel mooi meisje.
Mannie kon goed vioolspelen en speelde ook mee in toneel bij de joodse jeugdvereniging. Hij zat op de Handelsschool en zijn zusje Brunetta op de Vrouwenarbeidschool op de Diepenveenseweg. Daar moest zij in 1941 van af omdat ze Joods was.

In 1941 was er tijdelijk geen kosjer vlees meer beschikbaar. Joseph heeft evenals de andere joodse slagerijen in Deventer, Gosschalk en Van Creveld, tijdelijk vlees kunnen inkopen bij een joodse grossier in Nijkerk.
Eind 1941 werd de slagerij opgeheven op last van de bezetter en had het gezin Frankfort geen inkomen meer.

In augustus 1942 moest Joseph naar het joodse werkkamp Lievelde bij Lichtenvoorde en zijn zoon Emmanuel naar werkkamp Hummelo, waar meerdere joodse mannen uit Deventer heen moesten. Beide werkkampen werden begin oktober 1942 opgeheven en de mannen werden naar kamp Westerbork overgebracht. Daar moesten ook hun gezinnen heen begin oktober. Zodoende zag het gezin elkaar weer terug. Lang konden ze niet bij elkaar blijven in Westerbork.graven Emanuel Frankfort  lege plek vrouwAl binnen 4 weken, op 26 oktober 1942 moest het gezin op transport naar Auschwitz. Daar zijn vader Joseph, moeder Henriëtte en dochter Brunetta bij aankomst vergast. Zoon Mannie werd geselecteerd voor een werkkamp en bezweek daar 4 maanden later, op 28 februari 1943.

De moeder van Joseph, de weduwe Brunetta Frankfort -Wolfsheimer, verbleef tot begin april 1943 in het joodse ziekenhuisje in Deventer, in het woonhuis van de familie Cohen, in de Sandrasteeg. Toen moesten alle patiënten naar kamp Vught. Een maand later op 9 mei 1943 werd ze vervoerd naar Westerbork, waar ze 2 dagen later op transport ging naar Sobibor, waar ze bij aankomst, op 14 mei 1943 bij aankomst is vergast.
Toen Emanuel Frankfort overleed in 1928, heeft Brunetta, zijn weduwe, het graf naast haar man gekocht. Deze plek zal altijd leeg blijven en wacht nog steeds op Brunetta die nooit meer zal worden begraven omdat ze vergast is in Sobibor. Op de foto de lege grafplek voor Brunetta.

De dochter van Emanuel en Brunetta, Henriette, is in 1916 getrouwd met Josua Abrahams en kregen twee zoontjes die allebei al op jonge leeftijd overleden. Het echtpaar woonde in Amsterdam waar Josua een winkel had. Het hele gezin is vermoord in de oorlog.

De andere dochter van Emanuel en Brunetta, Elisabeth Suze, is in 1924 getrouwd met Bernhard Rosenbaum in Duitsland. Daar is hun dochter Meta geboren in 1925. In 1939 is het gezin gevlucht voor de nazi's en zijn ze uiteindelijk ook op de Walstraat komen wonen. Ook dit gezin is vermoord in de oorlog.

© Etty Hillesum Centrum/Lex Rutgers