door Jan Schukkink
Tot zijn deportatie woonde hij aan de Papenstraat 45 (nu nummer 46):
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Leonhard Prinz | Allenstein (Duitsland) | 25-12-1919 | Bergen-Belsen | 31-05-1945 |
Leonhard Prinz vestigde zich in 1940 in Deventer. Hij was Palestinapionier en werd hier (op de foto het oorspronkelijke pand) opgevangen door de Vereniging tot Vakopleiding van Palestina-pioniers, kortweg de Deventer Vereniging.
Leonhard Prinz werd op 25 december 1919 geboren in Allenstein in het toenmalige Oost-Pruisen. Deze stad is nu bekend als Olsztyn en ligt in Noordwest Polen. Zijn vader heette Ernst Prinz, hij was koopman. Zijn moeder was Rahel Blumenthal.
Hij kwam op 20-jarige leeftijd vanuit Bielefeld in Nederland. Leonhard vertrok vanwege het groeiend antisemitisme in zijn geboortestreek. Via Hasselo, Weerselo en Brummen arriveerde hij in 1940 in Deventer. Hij kwam in contact met Ru Cohen en zijn vrouw Eva Cohen- Köningsberger; zij hadden in 1918 de Deventer Vereniging opgericht. De bedoeling was om joodse jongens en meisjes op te leiden tot bijvoorbeeld boer of timmerman om dit beroep uit te kunnen oefenen in Palestina, het huidige Israël. De Palestinapioniers zagen het opbouwen van een eigen staat als het enige antwoord op het toenemend antisemitisme in Europa. In Deventer volgden de pioniers een soort individuele stage bij bedrijven of boerderijen. Als de opleiding was afgerond kregen ze een certificaat en konden ze aan de slag in Palestina.
We weten niet precies welke opleidingen Leonhard in Deventer en omgeving heeft gevolgd; gelet op zijn omzwervingen lijkt landbouw waarschijnlijk. Hij verbleef aan de Papenstraat 45 van 11 januari 1939 tot 8 februari 1940. Dit gebouw ‘De Korenbloem’ werd beheerd door de Deventer Vereniging. Hier woonden enkele pioniers en er kwamen een paar keer per maand jongeren bij elkaar voor de gezelligheid in een soort sociëteit. Dit was prettig voor de jongeren die vaak geïsoleerd werkten in de stage-bedrijven. Op de foto rechts een aantal Palestinapioniers die bijna wekelijks bij elkaar kwamen in De Korenbloem. Deze foto is op het dak gemaakt. Leonhard Prinz staat niet op deze foto.
Dit gebouw is na de oorlog afgebroken en daarvoor in de plaats kwamen woonhuizen. Op de gevel staat nog een herdenkingsplaat die herinnert aan ‘De Korenbloem,’ zie de foto hieronder.
Waarschijnlijk is Leonhard in de zomer van 1942 ondergedoken. In september 1942 verzocht de Commissaris van Politie te Deventer opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Leonhard Prinz. Hij werd ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben verkregen. Oftewel, het leek er sterk op dat hij was ondergedoken.
Op enig moment in deze periode heeft hij het staatsburgerschap van Honduras aangevraagd en gekregen. Latijns-Amerikaanse landen leken in de jaren voor de oorlog nog een betrekkelijk veilige haven in een harteloze wereld. Maar het heeft niet mogen baten.
Leonhard is opgepakt; waar en onder welke omstandigheden is niet bekend. Ook is niet bekend wanneer hij in kamp Westerbork is gekomen, maar op 6 november 1942 werd hij vanuit Westerbork op transport gesteld naar het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz. Wonderwel wist hij dit te overleven. Vanwege zijn jonge leeftijd is hij daar tewerkgesteld en verdween hij niet direct naar de gaskamers. Op 15 maart 1944 werd hij doorgestuurd naar het concentratiekamp Bergen-Belsen.
Volgens de website ‘Joods Monument’ is hij op 31 mei 1945 in Bergen-Belsen overleden, waarschijnlijk aan ondervoeding en uitputting. Dit kamp werd medio april 1945 bevrijd door de geallieerden. Zijn moeder overleed in juni 1942, waarschijnlijk in Allenstein. Meer is er over de familie niet bekend.
De naam van Leonhard Prinz wordt vermeld bij de oorlogsdoden, onderdeel van het monument voor oorlogsslachtoffers in de gemeente Dinkelland (voorheen Weerselo).
© Lex Rutgers (EHC)