door Henk Jansen
Tot hun deportatie woonden ze in Bathmen op Dorp 43, nu Dorpstraat 4:
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Lion Polak | Bathmen | 06-01-1918 | Sobibor | 04-06-1943 |
Sientje (Puck) Polak- Pagrach | Holten | 09-01-1920 | Sobibor | 04-06-1943 |
Lion Polak werd op 6 janauari 1918 in Bathmen geboren. Zijn ouders zijn David Polak en Wilhelmina Polak – Frankenhuis.
Lion en zijn 1 jaar jongere zus Leny hebben een hele leuke jeugd in Bathmen. Broer en zus halen samen streken uit en hebben een grote groep vrienden in het dorp. Foto van de kinderen Lion en Leny met de vliegende hollander.
Leny, die terugkeerde uit Auschwitz, heeft in haar schooltijd een poëziealbum. Grote broer Lion wordt uiteraard ook gevraagd om er een versje in te schrijven. Lion schrijft op 4 februari 1930 "Lieve Leni (later werd het Leny): Onder beuken onder linden Zult ge steeds een bloempje vinden. Dat u toeroept waar ge ’t ook ziet, Leni lief vergeet mij niet. Ter herinnering aan uw broer Lion". Dit versje heeft na de oorlog voor Leny een heel grote impact gekregen door het benoemen van de lindenboom waar zij en Lion met hun vrienden zo vaak waren.
Zaterdag 10 januari 1931, is de dag van Lion’s Bar Mitswa. Hij is dan juist 13 jaar geworden. Lion leest in Deventer in de sjoel een stuk uit de Tora voor en doet het goed. Zondags aansluitend is er bij Polak thuis een bescheiden feestje.
Na de lagere school gaat Lion naar de Mulo en komt na het behalen van het diploma bij zijn vader en oom in de zaak. Enige tijd later wordt hij mede vennoot.
Lion is een man van het verenigingsleven. Zo speelt hij toneel en staat zondags op het voetbalveld. Foto rechts van Lion op de kermis. Ook deinst hij niet terug voor een leuk fietstochtje: samen met zijn vrienden fietst hij in 1935 naar Brussel om er de wereldtentoonstelling te bekijken. Moeder Mien heeft een briefje van tien gulden in de zoom van zijn broek genaaid voor mogelijke calamiteiten. Het blijkt niet nodig: de jongens keren zonder problemen terug.
In 1937 organiseert Lion samen met zijn beste vriend Co Volkers de eerste A.B.S. revue ter ere van het feit dat de voetbalclub was gepromoveerd. Lion schrijft hiervoor o.a. een mooi vers over de dreigende sluiting van het treinstation in Bathmen.
Een andere hobby van Lion is fotografie. Hij maakt er een klein beetje zijn werk van door tijdens de oorlog pasfoto’s te maken voor persoonsbewijzen.
Lion heeft ondertussen Sientje Pagrach (‘Puck’) geboren op 9 januari 1920 uit Holten leren kennen en zij trouwen op 4 augustus 1942. Het jonge paar komt bij Lion’s ouders in te wonen.
Hoewel niet iedereen in de familie er gelukkig mee is, besluit Lion toch om lid te worden van de Joodsche Raad. Lion ziet ziet in zijn medewerking aan de Joodsche Raad een ultieme poging het onvermijdelijke te voorkomen. Enerzijds door misschien iets te kunnen doen voor zijn familie en anderzijds omdat medewerkers van de organisatie uitstel van transport krijgen. Eerst is hij werkzaam als correspondent, later verhuizen Lion en Sientje naar Amsterdam om daar voor de organisatie te gaan werken. Ze wonen aan de Pretoriusstraat 25 III waar ze intrekken bij Abraham Gazan, een kennis uit Holten. Lion schrijft regelmatig brieven naar ‘Bathmen’, o.a. naar zijn vriend Co Volkers.
Niet lang nadat deze brief is verzonden worden Lion en Sientje opgepakt tijdens een grote razzia op 26 mei 1943. Via Westerbork gaat het naar vernietigingskamp Sobibor waar Lion en Puck op 4 juni 1943 worden vermoord.
Meer informatie kunt u vinden in de boeken "Herenigd met Bathmen" door G.J. Gervedink Nijhuis en "Leny’s Levens" door Henk Jansen.