Tot zijn deportatie woonde hij aan de Veenweg 33:
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Wilhelm Julius Rudolf Worisek | Praag | 24-05-1897 | Dalum | 10-01-1945 |
Wilhelm Julius Rudolf Worisek (Rudolf) woonde hier met zijn vrouw, de Belgische Maria Theresia Josepha van den Broeck (Nathalie), en hun zoon Rudy.
Rudolf was geboren in Praag, op 24 mei 1897. Zijn vader Anton was kleermaker en verliet het toenmalige Tsjecho-Slowakije (Tsjechië) vanwege zijn politieke overtuiging. Hij vond in Nederland werk. Rudolfs moeder overleed al vroeg en Rudolf groeide op bij zijn opa en oma in Tsjecho-Slowakije.
Op 10-jarige leeftijd kwam hij bij zijn vader in Den Haag wonen. Anton Worisek werkte bij modehuis Hirsch in Amsterdam, net als het echtpaar Spanier, met wie hij bevriend raakte.
Intussen had Rudolfs vader een nieuwe vrouw en Rudolf kreeg er een broertje bij, kleine Anton. Rudolf besloot net als zijn vader kleermaker te worden. Ook hij ging werken in het atelier van het modehuis Hirsch. Maar toen Rudolf nog geen twintig jaar oud was, overleed zijn vader. Gelukkig was de verhouding met zijn stiefmoeder goed. Zij vond een nieuwe man en kreeg met hem nog een zoon. De drie jongens zijn als broers door het leven gegaan.
Rudolf zelf werd al op zijn 21ste vader van zoon Rudy. Pas in juli 1930 trouwde hij met Rudy’s moeder Nathalie (op de foto rechts: Rudolf en Nathalie) en daarna verhuisde het gezin vanuit Amsterdam naar Deventer, naar de Veenweg. In Deventer kreeg Rudolf Worisek op 20 maart 1937 de Nederlandse nationaliteit.
Het echtpaar Spanier was in Deventer een eigen vestiging van het modehuis Hirsch begonnen, dat de naam firma H. Spanier kreeg. De familie Spanier en Rudolf Worisek kenden elkaar nog uit Amsterdam, waar ze alle drie bij Hirsch werkten, en zij vroegen hem bij hen in Deventer te komen werken. Net als zijn vader was ook Rudolf bevriend met het (oudere) echtpaar Spanier. Toen het echtpaar in de oorlog vroeg of ze bij Rudolf en Nathalie mochten onderduiken, was er dan ook geen aarzeling. Natuurlijk waren zij welkom. Op 8 april 1943 kwamen Heinrich en Rosa Spanier in huis bij de familie Worisek.
Achter een wandkleed werd een geheime schuilplaats gemaakt, een schuilkast. Lange tijd leefden ze samen in het huis. Tot op 14 augustus 1944 de landwacht binnenviel op Veenweg 33. Op dat moment was niet alleen het echtpaar Spanier daar ondergedoken, maar ook hun dochter, omdat ze op haar eigen onderduikadres niet meer veilig was. Drie keer onderzocht de landwacht het huis, tot ze uiteindelijk de schuilplaats ontdekten. Ze wisten zeker dat er onderduikers zaten, want ze hadden een uitgebreide tip gehad. De drie onderduikers werden opgepakt, net als Rudolf, Nathalie en Rudy Worisek. De laatste drie werden naar Kamp Vught gebracht, waar Nathalie en Rudy na een paar dagen vrijgelaten werden. Rudolf werd naar Kamp Dalum in Duitsland gestuurd, waar hij uiteindelijk op 10 januari 1945 overleed. Hij had al geen sterke gezondheid, maar de omstandigheden in het kamp waren zo slecht dat veel mensen overleden. De familie Spanier werd via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Daar werd het echtpaar vermoord. Hun dochter overleefde het kamp.
Op de foto links: de gedenkplaat die jarenlang in de winkel van Spanier hing en nu in het Etty Hillesum Centrum hangt.
In het archief van ITS (International Tracing Services) in Bad Arolsen lagen een aantal persoonlijke bezittingen van Wilhelm Worisek, namelijk een horloge, ketting en een pen. Na enige correspondentie heeft nicht Wil D. deze persoonlijke bezittingen van haar oom ontvangen. Lees hier meer over dit bijzondere verhaal.
Op de foto links: de gedenkplaat die jarenlang in de winkel van Spanier hing en nu in het Etty Hillesum Centrum hangt.