De leden van deze familie, die tot hun deportatie woonden aan Sijzenbaan 78 waren:
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Adolph Alexander Winter | Arnhem | 07-10-1893 | Auschwitz | 28-02-1943 |
Roosje Winter- Mendels | Arnhem | 19-10-1900 | Auschwitz | 22-10-1942 |
Alexander Winter | Voorst | 23-08-1923 | Schoppinitz | 30-06-1943 |
Maria Winter | Voorst | 02-05-1926 | Auschwitz | 22-10-1942 |
Mordegai Winter | Voorst | 06-10-1927 | Auschwitz | 25-01-1943 |
Eva Frederika Winter | Voorst | 05-08-1932 | Auschwitz | 22-10-1942 |
Elsa Helena Winter | Voorst | 30-04-1935 | Auschwitz | 22-10-1942 |
Elisabeth Winter | Deventer | 25-09-1941 | Auschwitz | 12-10-1942 |
De oorspronkelijke woning is gesloopt rond 1985. Op de foto rechts boven de situatie waar de struikelstenen liggen.
Adolph Alexander Winter is geboren op 7 oktober 1893 te Arnhem. Hij is een zoon van Alexander Winter en Mietje de Leeuw. In augustus 1922 is hij te Rotterdam getrouwd met Roosje Mendels, geboren op 19 oktober 1900 te Arnhem, dochter van Mordegai Mendels en Maria Dasberg. Zij kregen 6 kinderen, te weten: Alexander (23-8-1923), Maria (2-5-1926), Mordegai (6-10-1927), Eva Frederika (5-8-1932), Elsa Helena (30-4-1935), allen geboren in de gemeente Voorst en Elisabeth (25-9-1941) geboren te Deventer. Van deze familie waren geen foto's beschikbaar, totdat we via speurwerk in september 2018 contact kregen met kleindochters van een zus van Roos Mendels.
Op de foto links: vader Dolf met Alexander, Mordegai en Maria omstreeks 1934. Rechts onder moeder Roos en links onder Eva omstreeks 1934/1935.
De familie komt oorspronkelijk uit Twello (gemeente Voorst) en is in juni 1938 in Deventer gaan wonen en wel op het adres Sijzenbaan 78, van waaruit zij zijn gedeporteerd.
Adolph was van beroep handelaar in darmen en vlees.
De hele familie is op Alexander na, vergast in Auschwitz. Alexander is in Schöppenitz omgekomen. Mordegai was verstandelijk gehandicapt en is opgenomen geweest in Het Apeldoornsche Bosch. Het was de bedoeling, dat hij zou worden opgenomen in de S.A. Rudelsheimstichting in Hilversum, maar doordat hij op de eerste week van oktober in het kamp Westerbork terechtkwam, samen met zijn moeder en andere kinderen, ging dat niet door.
Adolph Alexander is op 28 februari 1943 in Auschwitz omgebracht, Roosje trof dit zelfde lot op 22 oktober 1942 samen met haar dochters Maria, Eva Frederika en Elsa Helena. Alexander kwam op 30 juni 1943 om in Schöppenitz. Mordegai vond op 25 januari 1943 de dood in Auschwitz.
Elisabeth, het jongste kind van net één jaar oud, vertrok als eerste uit Westerbork. Voordat de rest van de familie daar aankwam, was zij al vertrokken, waarschijnlijk op de arm van iemand uit Deventer. Op 12 oktober 1942 komen samen met Elisabeth een aantal families uit Deventer om in de gaskamers van Auschwitz.