door Otto van Huffelen

Meynert 0196aOp 13-4-1943 kwamen de Duitsers op Brinkgreven om 12 Joodse patiënten op te halen en te deporteren naar Westerbork. 
Ten grondslag hieraan lag een lijst die behoort bij de brief van de Burgemeester van Deventer van 6 mei 1943 aan de "Herrn Beauftragten des Reichskommissars für die besetzten niederländischen Gebiete für die Provinz Overijssel in Zwolle: bron HCO. Op deze lijst staan 12 patiënten van Brinkgreven (nrs. 4 t/m 15). De wnd. geneesheer-directeur dr. Grüschke  en personeel van Brinkgreven weigerden mee te werken om de personen aan te wijzen. De Duitsers gingen toen zelf op zoek naar deze 12 personen en hadden aan het eind van de dag geen 12 maar 13 joodse patiënten gevonden. Alle 13 patiënten zijn van het terrein Brinkgreven weggevoerd naar Westerbork en later vermoord in concentratiekampen.

overzicht 28 november 1942In het archief vinden we echter ook een eigen lijst van Brinkgreven van 28 november 1942 met daarop 14 joodse patiënten. Meer over deze lijst is in het archief van Brinkgreven niet te vinden.
Of deze lijst gemaakt is op Duits bevel (via de burgemeester van Deventer) of dat het op eigen initiatief van de directie van Brinkgreven was, is niet bekend.
Deze lijst van 28 november 1942 verschilt echter aanmerkelijk met de lijst van 6 mei 1943; er staan namelijk 7 joodse patiënten op die niet op de lijst van 6 mei 1943 staan.
Hoe is dit mogelijk? Wat kan hier de oorzaak van zijn? 
 
Bij nader onderzoek in het joods archief van het Etty Hillesum Centrum blijkt dat van deze 7 joodse patiënten er 4 de oorlog overleefd hebben. En bovendien blijkt dat 6 helemaal geen patiënt waren! 
Ook is duidelijk dat de directie en personeel van Brinkgreven de Duitsers niet welgezind waren.
Dr. C. M. Hogenstijn is hier in zijn boek “Hoe kostbaar is een kwetsbaar mens” heel stellig in.
“Dr. Piebenga, de directeur van Brinkgreven is als overtuigd tegenstander van het regime van de Nazi’s voor Deventer de vertrouwensman van de landelijke verzetsbeweging “Medisch Contact”.
In de paviljoens liet Piebenga onderduikers tussen patiënten “verdwijnen”. Jonge mensen nam hij pro forma aan om hen uit handen van de Duitser te houden. Bijna alle personeelsleden deelden de inzichten van hun directeur en zij trokken één lijn met hem. Wie zij ervan verdachten niet solidair te zijn, kon op uitsluiting rekenen”.
Dr. Piebenga werd door de Duitse SD gevangen gezet in Arnhem; zijn vervanger Dr. Grüschke en het verzorgend personeel weigerden alle medewerking te verlenen bij de razzia van de joodse patiënten op 13 april 1943. Conolly 0140b

De 7 joodse onderduikers waren:      
Overleden Geboren  Overleden Plaats
Antje van Kreveld- Samuel 26-02-1881 07-05-1943 Sobibor      
Elisabeth de Lange- Noach 24-08-1891 10-09-1943 Auschwitz
Rubertus van Zuiden                12-06-1871 13-05-1944 Deventer
Overleefd      
Mozes Maximilaan van Kreveld 21-08-1907 19-08-1997  
Isidoor Israël Noach 09-03-1896 03-02-1974  
Jacob Joseph Polak 17-05-1890 10-11-1969  
Rozetta van Krabbenbos- van Gelder 08-05-1892 12-04-1969  

1. Antje van Kreveld- Samuel 
157. Antje van Kreveld SamuelAntje was getrouwd met Maurits van Kreveld (1879 Gouda) die – vlak voor deportatie - op 13 april 1943 in Deventer is overleden en nog begraven is op de joodse begraafplaats. Hij verbleef toen in het joodse ziekenhuisje aan de Sandrasteeg in Deventer. Ook Antje verbleef hier; de in het ziekenhuisje verblijvende personen werden op 13 april 1943 opgehaald en naar Westerbork gedeporteerd. Op dezelfde dag als de razzia op Brinkgreven. Vanuit Westerbork is Antje op 4 mei 1943 naar Sobibor gedeporteerd en op 7 mei 1943 overleden.
Klik hier voor het familieverhaal.

2. Elisabeth de Lange- Noach 
162. Elisabeth de Lange 1891Elisabeth Noach trouwde in 1912 met Izak de Lange. In 1913 werd in Raalte hun zoon Mozes Izak (Moos) geboren, in 1916 dochter Sophie (Fietje), in 1917 Jozef Abraham (Joop) en in 1920 Abraham (Bram). Moeder Elisabeth zat blijkbaar in november 1942 in de psychiatrische instelling Brinkgreven. 
Ze kwam op 15 januari 1943 aan in Westerbork (bron: Kamp Westerbork) waar haar man en zonen al drieënhalve maand zaten en verbleven in barak 61 (Linoleumfabriek). Op 10 september 1943 zijn Izak en Elisabeth in Auschwitz vermoord.
Klik hier voor het familieverhaal.  

3. Rubertus van Zuiden
familie van zuiden2 jpgmediaclass victim image 6c5871958aac18645b4a764129c4d9cf417df34dRubertus van Zuiden woonde in Zwolle en verhuist na het overlijden van zijn vrouw Heintje Lea van Zuiden-de Jongh (ovl. Zwolle 29 okt. 1941) op 9 dec. 1941 naar zijn dochter Betsy Stoppelman- van Zuiden in Almelo. Medio 1942 woont hij daar op het adres Grootestraat 109. Rubertus van Zuiden was godsdienstleraar in dienst van de joodse gemeente. Zoon Menno Jacob van Zuiden woonde nog in het ouderlijk huis en heeft de oorlog overleefd.
Vanuit Almelo is Rubertus in Brinkgreven terecht gekomen. Op 13 mei 1944 is hij te Deventer overleden; onder welke omstandigheden hij omkwam is niet bekend. Hij werd in Deventer begraven. Zijn stoffelijke resten werden op 30 mei 1946 herbegraven op de joodse begraafplaats in Zwolle. Op de foto rechts: Rubertus en vrouw Heintje, bron Joods Monument.

4. Mozes Maximiliaan van Kreveld (Max)
Mozes Maximiliaan is de 2e zoon van Maurits en Antje van Kreveld- Samuel en is geboren op 20 juni 1905. Max is in februari 1925 naar Rotterdam vertrokken. Hij was handelsreiziger. Max is drie maal getrouwd en had drie kinderen. Hij is in Amsterdam overleden op 19 augustus 1997.

5. Isidoor Israël Noach
Isidoor is geboren in Deventer op 9 maart 1896. In juni 1930 is hij getrouwd met Rosa Estina Johanna Cohen en ze woonden aan de Boedekerstraat 6 in Deventer. Hij werkte voor een oliehandel in Deventer. Eind 1942 heeft Isidoor Brinkgreven verlaten en heeft samen met zijn vrouw ondergedoken gezeten in Voorthuizen. Ondanks dat ze hier ontdekt zijn, hebben Isidoor en Rosa beiden de oorlog overleefd. Het echtpaar heeft lang in Deventer gewoond en had geen kinderen. Isidoor is in Arnhem overleden op 3 februari 1974.

6. Jacob Joseph Polak (Japie)
Japie is geboren op 17 mei 1890 in Deventer en was een broer van Moos Polak, de bekende fietsenfabrikant. Japie was alleenstaand.
In de voormalige Sajetbaal had hij een zaak in tweedehands meubelen, haarden en kachels. Na de oorlog had hij een antiekzaak aan de Kleine Overstraat 71 tot begin jaren zestig. Hij is in Apeldoorn op 10 november 1967 overleden.

7. Rozetta Krabbenbos- van Gelder
Rozetta is geboren in Almelo op 8 mei 1892. Zij was in september 1914 getrouwd met de niet-joodse Gerrit Krabbenbos. In 1924 is hun dochter Annie Sophie geboren. Volgens de gegevens van Kamp westerbork verbleef Rozetta zowel voor als na de oorlog in de psychiatrische instelling Veldwijk te Ermelo. 
Klik hier om het door de "Stichting Levend Verleden Oost Nederland" gepubliceerde verhaal over dit gezin te lezen/downloaden.

Bronnen:
Archief HCO, vestiging Deventer;
Het Joods Monument;
Kamp Westerbork;
Archief Brinkgreven;
Archief Etty Hillesum Centrum Deventer.
D. Stibbe and J. Hagedoorn, Herinneringsboek joods Zwolle 1940-1945 (Zwolle 1995) 66-67;
J. Hagedoorn, Een Zwols besnijdenisregister, in: Judaica-Bulletin. Mededelingenblad van de Stichting Judaica Zwolle, jaargang 2, nr. 2 (1988), pag. 1-5.