door Lex Rutgers
Een van de anti-joodse maatregelen was dat het verboden was voor joodse kinderen om op een niet-joodse school te zitten.
Zo zijn er vanaf de zomer in 1941 joodse scholen opgericht, waar gewoon onderwijs werd gegeven (lager en middelbaar onderwijs).
In Deventer zat de joodse lagere school in het begin van de Assenstraat (voormalige Fröbelschool; inmiddels gesloopt, vanaf de Brink links, nu nieuwbouw voor huis De Regenboog). Hier kregen de joodse kinderen geïsoleerd onderwijs vanaf 1 september 1941 tot 1943.
De leerkrachten waren Fie Wolf-Colthof (1898-1969) en de heer Salomon M. Noach (1892-1979), die ook hoofd van de school was. Op de foto: Salomon M. Noach.
Ook Sophia Bos (1900-1943), Rozet Pinto-Gosschalk (1895-1992) en Sophie van Spiegel (1890-1943) waren daar onderwijzeressen.
Er waren drie klassen.
De joodse school voor voortgezet onderwijs (ULO)- waar ook Sam. M. Moach hoofd van was en gestart is in januari 1942- stond in de Pontsteeg, de voormalige HBS. Het gebouw is in 1864 gebouwd en na de oorlog gesloopt (nu plek Geert Groote huis); zie foto rechts.
Niet alleen kinderen uit Deventer, maar uit de hele omgeving zoals Apeldoorn en Zutphen kwamen naar deze school, omdat het de enige was in de gehele omgeving.
Op een lijst van 20-01-1942 stonden leerlingen uit Apeldoorn (7), Rijssen (2), Twello (3), en Lochem (2) en Raalte.
Op de ULO waren de leerkrachten o.a. Hermine de Vries (1911), Carel van der Zijl (1885-1943) en Simon van Spiegel (1910-1943).
Het joodse Lyceum stond eerst in Zutphen, later in Zwolle, omdat de meeste leerlingen al weg waren gehaald in Zutphen.
Liepman (Lion) Brommet (1895-1942) was leraar op de Van Twickeloschool vanaf 1925 tot in de oorlog. Tijdens de oorlog werd hij hoofd/leraar aan een joodse ULO in Utrecht.
De verplichte joodse scholen in Deventer hebben hooguit anderhalf jaar voortbestaan. In januari 1943 waren de meeste joodse inwoners van Deventer al gedeporteerd.