Tot hun deportatie woonden aan de Keizerstraat 21 (was nr. 24):
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Berendina Mijerson- Zwartz | Oldenzaal | 24-01-1884 | Sobibor | 04-07-1943 |
Arnold julius Mijerson | Borne | 13-07-1911 | Sobibor | 21-03-1943 |
Robert Herman Mijerson | Borne | 20-05-1914 | Bergen- Belsen | 08-02-1945 |
Hier woonde Samuel Mijerson met zijn vrouw Berendina Zwartz en hun zonen Arnold en Rob. Samuel had hier een accountantskantoor aan huis.
Op de foto links: Samuel en Berendina (beiden links) in hun achtertuin, datum 10 mei 1942. Op de foto hieronder: zoon Arnold aan het piano spelen in hun huiskamer, datum 10 mei 1942.
Hun zonen zijn in Borne geboren, Arnold in 1911 en Rob in 1914.
Samuel werkte daar voor de textielfabriek van de joodse familie Spanjaard.
De vader van Berendina, Izak Zwartz, had overigens in Oldenzaal ook een textielfabriek.
Ze zijn rond 1916 hier in de Keizerstraat komen wonen.
Ook de broer van Berendina, Wolf Zwartz, woonde in Deventer met zijn gezin.
Hun moeder, Regina Zwartz-Plaat, kwam als weduwe in 1929 ook in Deventer wonen.
Samuel was vanaf 1916 lid van de Deventer Vrijmetselaarsloge ‘Le Préjugé Vaincu’ en gemeenteraadslid in Deventer van 1923-1927 en van 1931-1939 voor de Vrije democraten.
Het gezin was geen lid van de Joodse Gemeente maar deed wel veel vrijwilligerswerk hiervoor. Zo was Samuel de financieel expert voor hen, hij was voorzitter van Deventer afdeling (voor sponsoring, vanaf 1930 opgericht) van de “Joodsche Invalide” (het joodse ziekenhuis in Amsterdam). Hij zat in 1938 in de examencommissie van de Deventer Handelsschool.
Zijn vrouw Berendina verkocht loten voor de “Joodsche Invalide” en was actief betrokken bij de collecte voor het Joods Nationaal Fonds en zat in het bestuur van de Deventer afdeling van de Nederlandse Zionistenbond. Ook zat Berendina in 1941 in bestuur van Deventer afdeling van de Vereniging van huisvrouwen.
Het gezin was ook actief betrokken bij de Joodse Deventer Jeugdvereniging Tikwas Jisroeil. Samuel was secretaris en zijn zoon Arnold was penningmeester.
Samuel is aan het begin van de oorlog twee keer gearresteerd. Het is onduidelijk waarom. Hij is weer vrijgelaten. Samuel, geboren in 1882 in Amsterdam, is in Deventer overleden op 14-11-1942.
Hij is begraven op de joodse begraafplaats in Deventer. Zie foto rechts voor grafsteen.
Berendina moest in december 1942 gaan wonen in het joodse getto in Amsterdam, op de Muiderschans. Rob en Arnold bleven in Deventer.
Rob is in 1942 verloofd met Hesseline Cohen, de dochter Ru Cohen, die samen met zijn broer een meubelzaak in Deventer had in de Lange Bisschopstraat. Ru was tevens de leidende figuur van de Chaloetsiem, de Palestina-pioniers en de oprichter van de Deventer Vereniging tot vakopleiding voor Palestina-pioniers. Doel van deze vereniging was om joodse jongeren op te leiden tot het vak van boer zodat ze dit in het toenmalig Palestina (nu Israel) konden uitoefenen.
Ook Rob was daartoe in opleiding bij een boer in Voorst en Terwolde.
Foto links: De Chaloetsiem (de Palestinapioniers) circa 1940 met linksonder geknield Rob Mijerson.
Berendina kwam op 29-5-1943 aan in Westerbork (vanuit Amsterdam) en ging op 1-7-1943 naar Sobibor waar ze bij aankomst werd vergast.
Arnold kwam op 27-1-1943 aan in Vught vanuit de gevangenis en ging daarna naar Westerbork en ging op 18-3-1943 naar Sobibor waar hij bij aankomst werd vergast.
Rob verhuisde vanuit Terwolde op 7-12-1942 naar Amsterdam; waarschijnlijk om zich bij zijn moeder te voegen die net weduwe was geworden. Hij kwam op 15-12-1943 aan in Westerbork (vanuit Amsterdam) en ging op 11-1-1944 naar Bergen-Belsen samen met zijn verloofde Hes Cohen en haar ouders.
Hes zat naast Rob toen hij stierf in Bergen-Belsen. Haar moeder was daar al overleden en een paar weken later haar vader. Zij kwam terug naar Nederland en is in 1947 naar toenmalig Palestina (nu Israël) geëmigreerd.