Tot hun deportatie woonden aan de Keizerstraat 10 (was nr. 21):
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Heinrich Spanier | Goch | 28-06-1879 | Auschwitz | 06-09-1944 |
Rosa Spanier- Weinberg | Treysa | 26-08-1880 | Auschwitz | 06-09-1944 |
Vanaf 1926 woonde hier Heinrich Spanier met zijn vrouw Rosa Weinberg.
Zowel hun zoon Curt als hun dochter Lieselotte woonden met hun gezinnen op de Brinkgreverweg.
Heinrich begon een damesmodezaak in de Lange Bisschopstraat in 1904 en deze groeide uit tot de voorname damesmodezaak H. Spanier. Er werkten boven het pand op zolder wel 100 naaisters. Alles werd op maat gemaakt. Het echtpaar Spanier ging drie keer per jaar op reis naar Parijs, Londen en Wenen. Ze kochten er chique kleding die in hun zaak moest worden afgenomen, wat wil zeggen dat er patronen van gemaakt werden. Zo waren de echtgenotes van de textielbaronnen uit Twente vaste klant. Links de advertentie H. Spanier van 1904.
Hun zoon Curt werd mede-vennoot en na de oorlog is de zaak voortgezet door de weduwe van Curt, Assia Spanier-Stolberg en haar zoon Gregory tot 1980. Foto rechts de modezaak Spanier omstreeks 1965.
Heinrich is geboren in 1879 in Goch in Duitsland en zijn vrouw Rosa in 1880 in Treysa in Duitsland. Zoon Curt is geboren in 1905 en dochter Lieselotte in 1910 in Deventer. Op de foto links: Heinrich, Rosa, dochter Lieselotte en kleinkind omstreeks 1933.
Curt is getrouwd met Assia Stolberg die in 1908 in Moskou is geboren. Samen kregen ze twee kinderen: Gregory, geboren in 1930, en Rosella, in 1934.
Dochter Lieselotte is getrouwd met Lou Fortuin en kreeg met hem twee kinderen: Lonneke, geboren in 1933, en Rob, in 1936. Lou was samen met zijn vader eigenaar van de elastiekfabriek Fortuin aan de Rielerweg.
De broers van Heinrich waren Bernhard (getrouwd met Hannah) en Leo (getrouwd met Martha) en woonden ook in Deventer. Bernhard had een damesmodezaak in de Korte Bisschopstraat, genaamd “Maison de Bonneterie” en broer Leo, is hier komen wonen in 1940, gevlucht voor de nazi’s. Leo had in Goch een sigarenfabriek, die hij van zijn vader Michael heeft overgenomen. Het gezin van Bernhard en Hannah en Leo en Martha hebben de oorlog overleefd door onder te duiken.
Heinrich deed veel werk voor de joodse vluchtelingen. Zo was hij penningmeester van het Joods Vluchtelingen Comité, afdeling Deventer. Binnen de joodse gemeente was hij voorzitter van het armbestuur en lid van de kerkenraad. Ook was hij regisseur van de Deventer Joodse Toneelvereniging.
Heinrich en Rosa zijn gaan onderduiken vanaf april 1943 bij Rudolf Worisek aan de Veenweg. Rudolf werkte al jaren als coupeur bij hun damesmodezaak en was goed met hen bevriend. Ook hun dochter Lieselotte was daar later ondergedoken.
Ze zijn verraden door een briefje van een overbuurvrouw van Lieselotte in juli 1944 aan de landwacht in Deventer. Via kamp Vught zijn ze op 17 augustus 1944 in Westerbork aangekomen en twee weken later op transport naar Auschwitz waar ze bij aankomst op 6 september 1944 zijn vergast.
Rudolf Worisek is ook opgepakt en bezweken in januari 1945 in gevangenschap.
Op de foto rechts: de Gedenkplaat van de familie Spanier en Worisek in de zaak; nu aanwezig in het Etty Hillesum Centrum.
Hun dochter Lieslotte heeft Auschwitz overleefd, evenals haar echtgenoot en de kinderen, die waren ondergedoken in Friesland.
Hun zoon Curt heeft de oorlog niet overleefd. Hij werd al vroeg opgepakt en vermoord in april 1942 in Oranienburg.
Zijn vrouw Assia en hun kinderen, die ondergedoken zaten in Friesland, hebben de oorlog ook overleefd.