Tot hun deportatie woonde het gezin Frank aan de Brinkgreverweg 62 (nu nr. 120)
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
David Frank | Grossropperhausen | 28-07-1902 | Auschwitz | 28-02-1943 |
Herta Amalie Frank- Hirsch | Bad Wildungen | 28-04-1903 | Auschwitz | 22-10-1942 |
Lotte Frank | Deventer | 17-03-1936 | Auschwitz | 22-10-1942 |
Hier woonde het gezin Frank vanaf juni 1934. Het gezin Frank kwam als joodse vluchtelingen uit Duitsland en kwamen in 1932 in Deventer wonen.
David Theodor (Theo) Frank is geboren in 1902 in Gross Ropperhausen. Hij is getrouwd met Herta Amalie Hirsch, die geboren is in 1903 in Bad Wildungen. In 1936 is hun dochter Lotte in dit huis in Deventer geboren. Op de foto's links boven Theo en Herta en daaronder dochter Lotte.
In Deventer woonden vanaf 1913 ook de ouders van Theo, Jonas en Rosalie Frank-Lautmann. Jonas is in 1935 overleden en begraven op de joodse begraafplaats in Deventer.
Een zus van Theo, Meta, was getrouwd met Heijman Berg en woonde met haar gezin ook in Deventer. Een broer van Theo, Louis Frank, woonde vanaf 1931 met zijn vrouw Hede Leiser in Deventer. Behalve Hede, die de oorlog heeft overleefd, zijn al deze familieleden omgekomen in de kampen.
Theo was decorateur en etaleur en werkte vanuit zijn huis in zijn reclame-atelier. Een familielid wilde in 1938 vanuit Duitsland komen werken bij Theo Frank maar hij wordt door de Marechaussee niet toegelaten. Rechts een advertentie van Atelier Frank uit het Deventer Dagblad in 1936.
Herta had een naai-atelier aan huis; Maison Hefra (Herta Frank) en maakte japonnen naar maat en confectie. Zij had ook een paar naaisters die voor haar werkten.
Rechts een advertentie van Maison Hefra uit het Deventer Dagblad van 1934.
In oktober 1942 is het gezin Frank al weggehaald uit hun huis, maar dan gaan mensen bij de politie vragen of ze hun spullen terug kunnen krijgen. Een medewerkster, mevrouw Bonnes, schrijft dan aan de politie dat haar gereedschap (zoals schaar, vingerhoed en centimeter) nog in dat huis ligt en of ze dat terug kan krijgen. Ook mensen die nog kledingstukken daar hebben liggen willen dit graag terug.
Eind augustus 1942 moest Theo Frank naar het joods mannenwerkkamp Wittenbrink in Hummelo. Hij stuurde van daar uit een ansichtkaart naar zijn buren in de Zwarte Hoopstraat, de familie Willems, om ze te feliciteren met de geboorte van hun dochtertje. Een dochter van de familie Willems, Lidy, was goed bevriend met Lotte Frank. Vlak voordat het gezin Frank gedwongen naar Westerbork moest, zaten de twee meisjes op de stoep. Toen Duitse soldaten kwamen langs marcheren zijn de meisjes er achter aan gaan lopen en gingen overdreven met hun armen zwaaien. Moeder Frank riep de kinderen toen binnen. Een paar dagen later was het gezin Frank weg. Lidy heeft zich er altijd schuldig over gevoeld en dacht dat hun actie dit gevolg had.
Op 5-10-1942 kwamen moeder en dochter aan in Westerbork en werden daar herenigd met vader Theo. Het gezin ging twee weken later, op 19-10-1942 naar Auschwitz. Ook de moeder van Theo ging toen mee. Bij aankomst zijn oma Rosalie Frank-Lautmann, moeder Herta en dochter Lotte gelijk vergast. Theo is in een werkkamp terecht gekomen en is omgekomen op 28-2-1943 te Auschwitz.