door Jan Schukkink
Tot zijn deportatie woonde hij aan de Papenstraat 45 (nu nummer 46):
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Amnon Kohn | Amsterdam | 25-12-1916 | Buchenwald | 31-05-1945 |
Amnon Kohn werd geboren op 25 december 1916 in Amsterdam. Zijn vader was Leizer Nussen Kohn, fabrikant. Hij zag in 1883 het levenslicht in Plock / Plotsk, een plaatsje destijds gelegen in tsaristisch Rusland. Na afloop van de Eerste Wereldoorlog werd de kaart van Europa opnieuw getekend en vanaf dat moment ligt het plaatsje in Polen. Toenemend antisemitisme in de jaren na de Eerste Wereldoorlog en de Russische Revolutie was voor Leizer en zijn familie een dagelijks terugkerende bedreiging.
Zijn moeder was Sulamith Kohn Rijski; zij werd in 1888 geboren in Amsterdam.
Amnon had vier broers en twee zussen: Eldad (1913), Sifra (1914), Naomi (1921), Asaf (1925), Eliah (1927) en Ruchama Chaja (1929). Amnon trouwde met Kaatje Rifka Wonder op 15 augustus 1940 in de synagoge te Weesp, zie de foto linksonder. Het jonge stel woonde in bij zijn ouders in Amsterdam.
In 1935 werd hij bij de keuring voor de militaire dienstplicht afgekeurd vanwege de slechte conditie van zijn longen. In dit keuringsrapport staat vermeld dat hij een normaal postuur heeft, 1,69 meter lang is en 67 kilo zwaar. Hij zat op dat moment in de derde klas van de HBS. Over zijn loopbaan wat betreft opleiding en werk is verder niets bekend.
Amnon behoorde tot de groep Palestina pioniers. Of Kaatje daartoe behoorde is niet precies bekend. Volgens het bevolkingsregister van Amsterdam verhuisde hij begin 1940 naar Deventer, Papenstraat 45. Dit huis, "De Korenbloem", was van de Deventer Vereniging tot Vakopleiding voor Palestina pioniers, opgericht in 1918 door Ru Cohen en zijn vrouw Eva Cohen- Köningsberger.
De bedoeling was om joodse jongens en meisjes op te leiden tot bijvoorbeeld boer of timmerman om dit beroep uit te kunnen oefenen in Palestina, het huidige Israël. De Palestinapioniers zagen het opbouwen van een eigen staat als het enige antwoord op het toenemend antisemitisme in Europa. De opzet was dat de Palestina pionier na afloop van de opleiding een certificaat kreeg waarna hij of zij aan het werk kon in Palestina. In Deventer ging Amnon waarschijnlijk aan de slag bij een boerenbedrijf om hier de kneepjes van het boerenvak onder de knie te krijgen.
In "De Korenbloem" woonden enkele pioniers en er kwamen een paar keer per maand jongeren bij elkaar voor de gezelligheid in een soort sociëteit. Dit was prettig voor de jongeren die vaak geïsoleerd werkten bij de afzonderlijke bedrijven. Hier konden ze in hun eigen taal praten over hun ervaringen, plannen en idealen. Dit gebouw is na de oorlog afgebroken en daarvoor in de plaats kwamen woonhuizen. Op de gevel staat nog een herdenkingsplaat die herinnert aan "De Korenbloem".
Op bijgaande foto die in 1941 of 1942 is gemaakt op het dak van "De Korenbloem" staat Amnon.
Dat Amnon daadwerkelijk in Deventer woonde blijkt ook uit het briefje (zie foto hieronder) dat hij op 8 september 1941 schrijft aan het bestuur van de joodse gemeente waarin hij kenbaar maakt opgenomen te willen worden in de joodse gemeente van Deventer.
In het vreemdelingenregister van de Deventer politie staan ruim 100 namen opgenomen van jongens en meisjes / mannen en vrouwen, voornamelijk afkomstig uit Duitsland, geregistreerd op Papenstraat 45. De namen van Amnon Kohn en Kaatje Wonder staan hier niet bij. Bizar is de constatering dat in de boekhouding van Auschwitz Amnon op de Papenstraat 45 staat genoteerd. Volgens ditzelfde formulier is Amnon in september 1942 gevangen genomen in Deventer. Dit klopt echter niet.
In de zomer van 1942 slaan Amnon en Kaatje op de vlucht. Kaatje is dan in verwachting. Ze volgen het spoor dat een broer en een zus van Amnon eerder met succes hebben gevolgd. Eldad en Sifra wisten in 1942 via Frankrijk Zwitserland te bereiken en zodoende aan deportatie te ontkomen. Hetzelfde lukte Asaf die in 1944 in Zwitserland aankwam. Voordat Amnon en Kaatje de Zwitserse grens bereiken worden ze in Frankrijk aangehouden en in Besançon gevangen gezet. Amnon wordt op 18 september 1942 en Kaatje op 4 november 1942 via Drancy op de trein naar Auschwitz gezet. Kaatje laat daar direct na aankomst het leven in de gaskamer.
Amnon wordt in Kosel, zo’n 80 kilometer voor Auschwitz, uit de trein gehaald. Evenals andere gezonde jonge mannen wordt hij geselecteerd om dwangarbeid te verrichten. In de loop van de jaren daarna volgen verschillende concentratie- en werkkampen waar hij als boerenknecht werkt: het Arbeitskommando Blechhammer, dan Gross-Rosen, gevolgd door Buchenwald. Begin maart 1945 wordt Amnon door kampartsen sterk genoeg bevonden om naar het werkkamp Holzen / Eschershausen gestuurd te worden. Vervolgens moet hij weer terug naar Buchenwald. Hier komen de gevangenen op sterven na dood aan; kou, honger en uitputting eisen hun tol. Hier stopt de nazi-documentatie die met een duivelse nauwgezetheid elke dode gevangene registreerde. Dit gesleep met gevangenen in westelijke richting had te maken met de opmars van het Russische leger.
Volgens het Rode Kruis is Amnon Kohn door uitputting, honger en ziekten overleden op 31 mei 1945, zes weken na de bevrijding van het kamp door het Amerikaanse leger. Zijn dood wordt op 31 mei 1951 geregistreerd in de gemeente Deventer.
Rifka (Kaatje) Wonder en haar ouders Levie Wonder en Rosalie Wonder-Menko en haar jongste zus Jacoba sterven in Auschwitz.
De ouders van Amnon, Leizer Nussen Kohn, Sulamith Kohn-Rijski en zijn jongste zuster Ruchama Chaja Kohn sterven op 11 juni 1943 in Sobibor.
Zijn broers Eldad, Asaf en Eliah en zijn zusters Sifra en Naomi overleven de oorlog en vervolging.
Naomi kwam in maart 1943 in Vught terecht. Via Westerbork belandde ze in Bergen-Belsen; dit concentratiekamp werd in april 1945 bevrijd. Naomi overleefde de ontberingen.
Asaf, Sifra, Naomi en Eliah emigreerden na de oorlog naar Israël. Sifra keerde terug naar Nederland en overleed hier. Haar broer Eldad bleef in Nederland en is hier overleden. Asaf, Naomi en Eliah zijn in Israël overleden.
Een vriend van Amnon, Leo Cohen, trouwt in 1945 met Miep Wonder, de jongere zus van Kaatje. Ze emigreren met hun gezin naar Israël.
© EHC/Lex Rutgers