door Henk Jansen
Tot hun deportatie woonden ze in Bathmen op Dorp 12, nu Schoolstraat 5:
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Jozua (Joost) Polak | Bathmen | 11-01-1871 | Sobibor | 14-05-1943 |
Eva Polak | Bathmen | 21-05-1872 | Sobibor | 14-05-1943 |
Jozua (Joost) geboren 11 januari 1871 en Eva geboren 21 mei 1872 zijn broer en zus. Op de foto Jozua, van Eva is helaas geen foto beschikbaar.
Het zijn kinderen van Abraham Polak (overleden 1918) en Amalia Graaf (overleden 1915).
Joost is vrachtrijder en daarnaast is hij caféhouder en slager in het pand Dorp 12.
Joost bracht onder andere bij kruidenier Gunther de artikelen die ze bestelden bij hun inkoopvereniging. Eva is gedurende een aantal jaren uithuizig als ze emplooi heeft bij diverse gezinnen in de regio of zelfs in Amsterdam als huishoudster.
Op hoge leeftijd weet Leny Adelaar-Polak zich nog te herinneren dat zij met haar vader, moeder en broer Lion bij haar "tante Eva" en "oom Joost" op bezoek moest. Leny: "De meubels zijn er keurig en je mag er alleen maar stilzitten." Standaard zitten Leny en Lion op de mooie, rood gestoffeerde sofa. Tante Eva is hier zuinig op, erg zuinig. Uitdagend gaan broer en zus met hun benen heen en weer zwaaien. Daar wordt tante Eva erg onrustig van. Als het haar te veel wordt roept ze uit: "niet wiebelen daar kan ik niet tegen! Hier heb je een koekje". Hiermee was het doel van de jeugdigen bereikt: een heerlijke versnapering.
Op 8 april gaat Joost samen met zijn neefje Bram (van Dorp 1) naar een houtverkoping bij koffiehuis Boode. Ze worden daar gearresteerd door NSB veldwachter Louwes omdat het voor joden verboden is in een café te komen. Bram wordt gedeporteerd maar Joost komt snel weer vrij.
Joost en Eva trekken begin 1943 bij hun nichtjes Line en Jo (Dorp 1) in. Mogelijk is hun huis gevorderd om evacuees in onder te brengen. Lion Polak moet als correspondent van de Joodsche Raad de inventarislijst opstellen/ondertekenen, op de foto rechts. Daarnaast is deze ondertekend door de veldwachter Louwes en de nieuwe bewoner D. Zwarts.
Ook voor Joost en Eva is het 9 april 1943 zover: ze moeten instappen in de bus die hen via Deventer naar kamp Vught zal brengen. Opmerkelijk is dat de bus hen heeft opgepikt op hun oorspronkelijke woonadres: Dorp 12. Ooggetuige overbuurman schoenmaker Gerrit Elferink heeft Joost en Eva klaar zien staan met hun rieten koffertjes. Gerrit weet nog dat dit een heel treurig beeld was. Op het moment dat de bus eraan kwam moest de kleine Gerrit naar binnen.
Joost en Eva zijn een maandje in Vught en worden vervolgens naar Westerbork vervoerd vanwaar ze op 11 mei worden gedeporteerd naar Sobibor. Daar worden ze op 14 mei 1943 in de gaskamer vermoord.
Meer informatie kunt u vinden in de boeken "Herenigd met Bathmen" door G.J. Gervedink Nijhuis en "Leny’s Levens" door Henk Jansen.