Jaap Ehrenreich

Tot hij door de Duitsers opgepakt werd, woonde Jaap Ehrenreich aan de Brink 50, nu nummer 46.

Jaap Ehrenreich was getrouwd met Dina Roelofs. Dina was niet-kerkelijk en zij kregen samen 1 dochter.
Hij heeft de zaak van zijn vader Abraham overgenomen, de Overijselsche Zakken- en Metaalhandel, die hij tot aan begin van de oorlog dreef.  Daarnaast was Jaap beëdigd makelaar en taxateur. Het pakhuis van het bedrijf zat op de Sijzenbaan. Volgens zeggen bezat Jaap ook een pakhuis in de Polstraat tegenover de Melksterstraat en was dit verhuurd aan de heer Peters en zijn Joodse compagnon Cohn (een chemicus).  In dit pakhuis was een laboratorium gevestigd. Cohn had hier een poeder uitgevonden, waarmee men zonder vet te gebruiken pannekoeken kon bakken en deze PEJA-fabriek produceerde de artikelen Panko en Roerom. Als slogan werd "Mina Bakgraag" gebruikt. De jonge meisjes die dienst deden als inpaksters zongen onder onderweg naar hun werk:
Oe oi pompé voor de mik mak mee, oe oi pom Peja. 

Ook bezat Jaap een pakhuis in de Bursesteeg, grenzend aan de gebouwen van het Deventer Dagblad en Architektenbureau Postma aan de Assenstraat. Het Deventer Dagblad had belangstelling voor dit pand, maar geld werd in die periode minder waard. Daarom werd overeengekomen het pakhuis te ruilen voor twee woonhuizen in Amstelveen (Badlaan 2 en 4). Jaap wilde echter bij de ruil niet alleen op een foto afgaan en besloot er zonder jodenster heen te reizen. De pakhuizen stonden op naam van Jaap's vrouw Dina en waren dus Arisch bezit en werden daardoor niet door de Duitsers geliquideerd.
Jaap Ehrenreich verrichtte op bescheiden schaal hand- en spandiensten voor de illegaliteit. Zijn familieleden vonden regelmatig geheimzinnige anonieme briefjes in de bus. Op het opklapbed van zijn dochter had hij geschreven: laat de linkerhand niet weten wat de rechterhand doet. (boek Van Baalen blz. 179). Jaap was te samen met ruim 40 andere verzetstrijders door de Duitsers gevangen gezet op de Oxerhof, die dienst deed als gevangenis van de SD. Een dertigtal gevangenen werd overgebracht naar het hoofdkwartier op Brinkgeven en werden daarna plotseling vrijgelaten. 10 gevangenen, waaronder Jaap Ehrenreich bleven op de Oxerhof en zijn kort voor de bevrijding door de Duitse en Nederlandse bewakers doodgeschoten. Jaap is begraven op het Ereveld in Loenen.