De leden van deze familie, dat tot hun deportatie woonde aan de 1e Pauwenlandstraat 31 (nu nr. 4) waren:
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Eduard Adelaar | Deventer | 23-12-1879 | Sobibor | 16-07-1943 |
Elisabeth Adelaar- Fürth | Darmstadt | 08-08-1881 | Sobibor | 16-07-1943 |
Frederika Sophie Adelaar | Deventer | 08-05-1907 | Sobibor | 16-07-1943 |
(Op de foto rechts: de v.m. woning van de familie Adelaar)
Eduard Adelaar was een zoon van Meijer Adelaar, de oprichter van de textielgroothandel in de Grote Overstraat. Eduard werd geboren op 23 december 1879 te Deventer. Hij was van beroep manufacturier en verkoper van herenkleding en dreef een winkel op het adres Broederenstraat 33, dichtbij het hoekpand Engestraat. De familie woonde op het adres 1e Pauwenlandstraat 31, nu nummer 4.
Vanaf juni 1917 had de familie Adelaar een buitenhuisje in Epse. "het Adelaarsnest" geheten. Op de foto links het gezin in de tuin van hun buitenhuisje in 1938. Het buitenhuisje lag aan de Oude Larense weg en strekte zich uit tot aan de weg naar Dorth (Dagboek Adelaarsnest). Het dagboek spreekt consequent over Gorssel! Maar in de advertentie hieronder wordt over Epse gesproken....
Eduard was lid van de Deventer Veritas Loge No. 10 van de Odd Fellows. De Odd Fellows is te vergelijken met de Vrijmetselaren. In 1939 was hij penningmeester van de Deventer afdeling "Israel". Dit was een Nederlandse centrale vereniging tot steun aan noodlijdende Joden in het buitenland. Hij kreeg een zogenaamde "sperre" van de Duitse SD, kennelijk omdat hij lid was van de Joodse Raad, voor een bezoek aan Amsterdam.
Eduard was op 3 juni 1906 in Frankfurt a/M getrouwd met Elisabeth (Else) Fürth, geboren op 8 augustus 1881 te Darmstadt (Duitsland). Zij kwam op 11 juni 1906 vanuit Frankfurt naar Deventer. Else was de zus van Anne, de vrouw van Eduards broer Henri. Haar ouders waren Wilhelm Fürth en Henriette Katzenstein. Zij heeft een rol gespeeld bij het opzetten van het vluchtelingenkamp "De Kleine Haar" te Gorssel.
Uit het huwelijk werden 3 kinderen geboren; te weten Frederika Sophie (Freddy) geboren op 8 mei 1907, Wilhelm (Willie) geboren op 15 augustus 1909 en Ernst Henri (Ernst genoemd) op 16 mei 1914, allen te Deventer. Freddie was in de jaren 1941-1942 secretaresse bij de afdeling Vergunningen van de Joodse Raad te Deventer. Willie was commercieel agent en woonde in Scheveningen aan de Brugschestraat 10. Hij had een agentschap in kleine artikelen (zakdoeken, manchetknopen etc.). Willy is in Den Haag op 18-12-1940 getrouwd met Henriette (Hannie) Korijn en gingen in Voorburg (Kon. Wilhelminalaan 508c) wonen. Ernst is op 9 september 1932 naar Delft vertrokken en heeft sindsdien niet meer in Deventer gewoond.
Op de foto linksonder: het interieur van de winkel van Eduard aan de Broederenstraat 33.
Dat het gezin Adelaar open stond voor anderen blijkt daaruit, dat andere mensen, geen of wel familie zijnde, voor korte of voor langere tijd als huisgenoten deel uitmaakten van het gezin.
Het gaat om de volgende personen:
- Martha Estella Veerman, geboren op 27 januari 1916 te Amsterdam en overleden te Auschwitz op 28-1-1944. Zij was een nichtje van Eduard, de dochter van Eduard's (enige) zuster Betsy. Zij kwam in oktober 1933 bij het gezin Adelaar in huis, vertrok in maart 1934 naar Engeland en woonde in februari 1941 in Amsterdam.
- Trude Mosbacher geboren op 30 januari 1896 te Bochum. Zij was ook een nicht, maar via haar moeders kant (Katzenstein). Zij kwam in oktober 1900 naar Deventer en werd ingeschreven op de gezinskaart van Eduard. Zij was evangelisch luthers. Zij was gehuwd met Henry Gross, (overleden in 1992 in Ventura, Californië). Zij verzorgde in de USA de post tussen Ernst Adelaar in Suriname en de familie in Nederland, toen directe communicatie niet meer mogelijk was.
- Een andere huisgenoot was Karl Schneider, geboren 17-8-1916 Steinbrunn Oostenrijk en overleden 26-4-1986 te Liman, Israël. Hij was een vluchteling uit het Oostenrijks-Hongaars grensgebied. Eduard verschafte hem onderdak, waardoor hij een dochter van Rudolf Adelaar kon leren kennen, waarmee hij in februari 1942 huwde. Voor het overige zijn er geen gegevens van hem bekend.
Voorts komt de naam van Margarete (Grete) Fürth - Mosbacher (Schweinfurt 1892; Pardes Hanna Israël 1977) naar boven, de zuster van Trude. Zij was familie van de vrouw van Eduard, Elisabeth (Elsje) Fürth. Zij kwam als vluchteling naar Deventer, logeerde bij Jacob Philip Frank aan de Welle 6 en trok op 9 juni 1933 verder naar Parijs. Verdere gegevens zijn van haar niet bekend.
Al met al kan geconcludeerd worden dat het gezin van Eduard Adelaar een "warm nest" was, dat openstond voor alle (Joodse) mensen die op de vlucht waren om aan het Nazidom te ontkomen. Of dat gelukt is, is maar de vraag.
Eduard, Else en Fredy hebben tot December 1942 op ’t Adelaarsnest gewoond. Vervolgens kregen ze bevel om in Deventer te gaan wonen. Toen ze daar nauwelijks een maand woonden, werden ze gedwongen om naar Amsterdam (Transvaalstraat 118) te verhuizen. Na een paar maanden werden ze bij een razzia opgepakt en naar Westerbork gedeporteerd, om enige weken daarna op transport te worden gesteld, naar Sobibor. [Frans Adelaar, 15 juni 1945]
Op 1 september schrijft Etty Hillesum in een brief aan een zekere Chr. van Nooten onder meer "Van de Adelaren geeneen meer hier". De familie van Eduard is dan al een paar maanden eerder naar het Oosten gedeporteerd.
Op 16 juli 1943 zijn Eduard Adelaar en zijn vrouw Elisabeth (Else) Adelaar - Fürth en hun dochter Frederika Sophie (Freddy) Adelaar in Sobibor vergast. De zoon Wilhelm (Willie) en Henriette (Hannie) Korijn probeerden samen met haar vader en zuster naar Zwitserland te vluchten (moeder was in 1938 overleden). Ze werden door de passeur (gids) verraden en via Vught en Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Daar werden allen behalve Willy op 3 september 1942 door vergassing vermoord. Willy heeft nog twee jaren in diverse werkkampen in Opper-Silezië doorgebracht en tenslotte bij een ziekentransport vanuit Blechhammer bezweken of in Auschwitz door vergassing vermoord. Martha Estella Veerman kwam op 28 januari 1944 in Auschwitz om.
Daarmee werd "het Adelaarsnest" wreed verstoord.
Door middel van het leggen van struikelstenen worden zij in Deventer herdacht.