De leden van deze familie, die tot hun deportatie woonden aan de Geert Grootestraat 7 waren:
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Aron Mozes Zendijk | Olst | 15-06-1875 | Auschwitz | 05-02-1943 |
Albertina Zendijk de Wijze | Beugen | 13-07-1887 | Auschwitz | 05-02-1943 |
Max Zendijk | Olst | 27-02-1920 | Auschwitz | 26-06-1943 |
Aron Mozes Zendijk en zijn vrouw Albertina, ook wel Tina zijn hier komen wonen in 1912 vanuit Olst.
Vanaf 1933 waren ze de buren van de familie Hillesum.
Aron Mozes is in Olst geboren in 1875. Zijn vader, Mozes Aron, was daar een slachterij begonnen.
Samen met zijn broers werd hij directeur van deze slachterij in Olst.
Op de foto links: Aron Mozes bij het jubileum van slachterij Zendijk in 1935.
Aron was getrouwd in 1917 in Boxmeer met Tina de Wijze. Tina is geboren in 1887 in Beugen. Ook haar familie had een slachterij.
In 1920 werd hun enige zoon Max geboren. Zie de geboorte-advertentie in het N.I.W hiernaast. Max was verloofd met Nora Boekbinder.
Aron was samen met zijn broer Joop verantwoordelijk voor het goed verlopen van het koeien transport vanaf de trein naar het slachthuis in Olst. Ze stonden daar klaar om ze de stallen in te drijven. Ook werden er varkens geslacht, die kwamen meestal met paard en wagen. Veel kleine boeren uit de omgeving leverden varkens, vandaar de naam Gelderse rookworst, waar Zendijk om bekend stond.
Aron en Joop kochten zelf ook stieren en koeien op de veemarkten in Den Haag, Zwolle, Zutphen en Deventer.
Op de foto links: een "advertentie" in het familiekrantje over Aron.
Zoon Max ging in 1937 naar de Hogere Handelsschool. Hij werd boekhouder.
Hij leed van jongs af aan been tuberculose en moest hiervoor de nodige operaties en kuren ondergaan.
Op de foto hiernaast: zoon Max met zijn verloofde Nora Boekbinder.
Omdat de vrouw van Aron, Tina, ook joodse familie had in Duitsland, kwam in 1939 een Duitse tante van Tina bij hen in huis wonen. Dit was Henriëtte Defries-Holländer. Zij was in 1865 in Eschweiler geboren en is vermoord in Auschwitz in 1943. Zij was weduwe en was gevlucht voor de nazi’s. Bijzonder is dat ze ook een tante was van de moeder van Anne Frank.
Vanaf november 1941 mocht Aron niet meer in zijn bedrijf komen omdat hij joods was.
Zoon Max was in 1942 bode van de Joodse Raad, afdeling Deventer. Hij kon voor mensen met een reisbeperking goederen leveren.
Eind augustus 1942 is Max gaan onderduiken. Max was zeer goed bevriend met zijn neef Sallo Zendijk uit Deventer. Samen probeerden ze naar Zwitserland te vluchten, maar voor Sallo ging het in Maastricht al mis. Hij werd herkend door een NSB-er uit Deventer. Uiteindelijk is hij omgekomen door uitputting in 1945 in Gross Rosen. Max kon vluchten naar Parijs, maar werd toch opgepakt. Via het doorgangskamp Drancy werd Max op transport gesteld naar Auschwitz, waar hij meteen na aankomst op 24 juni 1943 werd vergast.
Aron en zijn vrouw Tina zijn begin januari 1943 opgepakt en naar Westerbork gebracht vanwaar zij op 5 februari 1943 in Auschwitz zijn vergast.
Fenna, hun niet-joodse huishoudster, heeft na de oorlog hun bewaarde spullen teruggegeven aan hun zwager en zus, Moos en Saar Zendijk.