door Marjolijn Bastiaans (kleindochter)
Tot zijn deportatie woonde hij aan de Brinkgreverweg 91 (nu nummer 99).
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Steven Bastiaans | Eext, gemeente Anloo | 07-02-1891 | Kamp Vught | 10-08-1944 |
Steven Bastiaans was de oudste van 23 Trouw medewerkers die op 9 en 10 augustus 1944 in kamp Vugt door de Duitse bezetter werden gefusilleerd. Hij was een van de minder bekenden binnen de zogenaamde Trouwgroep, maar met namen werd binnen de groep natuurlijk niet gestrooid.
Steven (foto links: bron familie) werd op 7 februari 1891 geboren in Eext. In 1911 behaalde hij zijn diploma voor de Nederlandsch-Indischen Administratieve Dienst en vertrok naar Indonesië waar hij zich opwerkte tot Inspecteur voor de Agrarische Zaken en Verplichte Diensten. In 1917 trouwde Steven met Johanna Hendrika Balabréga, met wie hij twee kinderen kreeg, een zoon Rens en een dochter Corry.
In 1936 keerde het gezin terug naar Nederland waar Steven in 1937 werd aangesteld als leraar aan de Middelbare Koloniale Landbouwschool te Deventer, zie foto rechtsonder: bron Beeldarchief Gilde Deventer. Tegelijk met hem werden o.a. benoemd de heren Polak (Engels), Sandberg (o.a. Wiskunde) en Uittien (Plantkunde), personen die in zijn verdere leven een rol zouden spelen.
Steven maakte zich grote zorgen over de politieke ontwikkelingen in Nederland, de opkomst van de NSB en hun houding t.a.v. Joodse landgenoten. Zijn eigen vrouw had trouwens ook een Joodse achtergrond. Steven stak zijn mening en loyaliteiten niet onder stoelen of banken.
Ook toen Nederland bezet was sprak hij in zijn lessen over “onze gerespecteerde Koningin”. Hij had een leerling waarvan hij wist dat hij Astrologie gestudeerd had. Hij vroeg hem (in het geheim) of hij het einde van de oorlog kon voorspellen en of er een bijltjesdag zou komen. In het geheim, dacht hij, maar desalniettemin kwam dit ter ore van minder trouwe vaderlanders. En zo werd hij (samen met de bewuste leerling) opgeroepen voor verhoor door de SD. Men vroeg hem o.a. naar zijn standpunt t.o.v. de “Nieuwe Orde” waarop hij kortweg antwoordde: “afwijzend”. Desalniettemin was de conclusie “We hebben van u geen slechte indruk gekregen”. De verhoorder groette met ‘ Auf wiedersehen’, waarop Steven antwoordde dat dat toch niet te verwachten was na afgedane zaken. Dit werd beantwoord met een “Man kann nie wissen”.
Zijn houding kwam hem echter wel op ontslag te staan, want hij zou een verkeerde en gezagsondermijnende invloed hebben op de leerlingen.
Hij werd op 13 juli 1942 ontslagen. Enige tijd later werd hij benoemd tot Conservator aan het Koloniaal Landbouwmuseum. Hoe Steven betrokken raakte bij de verspreiding van Trouw is niet bekend. Mogelijk via zijn voormalig collega Hendrik Uittien. Het is goed mogelijk dat hij een onderverspreider was en misschien niet eens zoveel kranten had rondgedeeld. Maar dat blijft gissen. Behalve hulp bij onderduiken (o.a. twee buurfamilies) heeft Steven bewust zijn verzetswerk beperkt i.v.m. zijn activiteiten voor Trouw. Maar zowel zijn dochter als zijn zoon hielpen waar mogelijk en dochter Corry is later zeer actief geweest met hulp aan onderduikers en later in het Deventer verzet. Zoon Rens was zelf ondergedoken, dus was zeer beperkt in zijn mogelijkheden.
Op 28 januari 1944, om 8 uur ’s avonds, werd Steven gearresteerd in zijn huis aan de Brinkgeverweg door de SD uit Arnhem. De huiszoeking was oppervlakkig en men vond slechts een illegale brochure over Nederland na de oorlog. Een pakje van 25 exemplaren van Trouw, werd niet gevonden. Ze waren die ochtend al verspreid. Desalniettemin werd hij meegenomen en samen met Hendrik Uittien op 29 januari naar Arnhem gebracht om door de SD verhoord te worden. Het lijdt geen twijfel dat zij waren verraden. En zij niet alleen.
Zijn vrouw en dochter heeft het heel wat moeite gekost om uit te vinden waar hun man c.q. vader naar toe was gebracht. Toen zij op 8 februari een eerste bericht ontvingen was Steven al sinds 2 februari in Haaren. (OvH: Kamp Haaren, was van 1941 tot en met 1944 als gijzelaarskamp en huis van bewaring in gebruik bij de SD. Het was gevestigd in het grootseminarie Haarendael in de Nederlandse gemeente Haaren in de provincie Noord-Brabant.)
Daar deelde hij met collega Hendrik Uittien en twee studenten een “kamer” en naar zij lieten weten was hun verblijf daar naar omstandigheden goed.
Op 15 maart verhuisde Steven met o.a. Uittien en waarschijnlijk de andere Trouw-gevangen naar Kamp Vught bij ’s Hertogenbosch, waar zij fabriekswerk voor Philips deden. Uit de brieven blijkt dat ze het niet echt slecht hadden. Ze konden ook hier pakjes met voeding en andere benodigdheden ontvangen. Steven maakte zich steeds veel zorgen om zijn vrouw en kinderen. Hij vermoedde dat hij de “rest van de oorlog” wel vast zou blijven zitten en schreef verlangend uit te kijken naar het einde daarvan en naar het moment dat hij zijn geliefden weer in de armen zou kunnen sluiten.
Op dinsdag 27 juni werd Steven met de anderen weer naar Haaren gebracht. Onverwacht, voor iedereen. Steven keek inmiddels ook erg uit naar een rechtszitting, alles duurde zo lang. In Haaren was men wél verstoken van nieuws, anders dan in Vught. De laatste van Steven ontvangen brief is gedateerd 28 juli en kwam uit Haaren. Hij schrijft daarin “Moge het weerzien niet te lang meer duren.”
Op 30 juli werden Steven en zijn Trouw-collega’s weer naar Vught overgebracht, waar op 5 augustus dan tenslotte hun berechting plaats vond. Met een wel geheel onverwachte dramatisch uitkomst. 25 Mensen kregen de doodstraf. Voor twee van hen werd die later weer ingetrokken. Over wat er aan dit ongelofelijke vonnis ten grondslag heeft gelegen is veel geschreven: een verlopen ultimatum aan de top van Trouw, of een wraakactie? En de waarheid daarover lijkt vooralsnog in nevelen gehuld. Een mede-gevangene had gezien hoe op de appelplaats aan allen een vel papier was uitgereikt en hij concludeerde dat dat wel bedoeld zou zijn voor een afscheidsbrief aan de nabestaanden.
Op 9 en 10 augustus 1944 werden de doodvonnissen aan de 23 van Trouw voltrokken. Steven stierf op de 10e. Hij is 53 jaar geworden.
De afscheidsbrief is – zoals praktisch alle andere afscheidsbrieven – nooit aangekomen.
© Marjolijn Bastiaans