2ePauwenlandstr11door Lex Rutgers

Tot hun deportatie woonde dit gezin aan de Tweede Pauwelandstraat 22 (nu nr. 11):

naam geboren te datum overleden te datum
Simon van Spiegel (Semmie) Deventer 26-12-1910 Sobibor 16-07-1943
Marianne van Spiegel- Gosschalk Deventer 08-10-1907 Sobibor 16-07-1943
Espérance Louise van Spiegel (Spransje) Deventer 10-02-1940 Sobibor 16-07-1943
Saartje Gosschalk- Snatager Harderwijk 26-09-1866 Sobibor 26-03-1943
Lieselotte Michel Volkmarsen (Duitsland) 05-07-1926 Sobibor 26-03-1943

Vanaf 1936 woonde hier het gezin van Simon van Spiegel, zijn vrouw Marianne Gosschalk en hun dochter Spransje.
Ook de moeder van Marianne, Saartje Gosschalk-Snatager kwam vanaf 1938 bij hen in wonen.
Daarnaast woonde er vanaf 1941 een Duits-joodse vluchtelinge bij hen in huis; Lieselotte Michel, geboren in 1926 in Volkmarsen te Duitsland. Mogelijk hielp ze in de huishouding of als kindermeisje voor Spransje.
Klik hier voor het persoonsverhaal van Lieselotte. 

 SemmievanSpiegelSpransjevanSpiegelMariannevanSpiegelGosschalk

 

 

 

 

 

 

Saartje Gosschalk-Snatager was weduwe van Louis Gosschalk die in 1868 in Deventer was geboren en is overleden in 1934.
Samen kregen ze in Deventer twee dochters:Flora in 1902 en Marianne in 1907.
Hieronder op de foto: Louis en Saartje.
LouisGosschalkSaartjeGosschalkSnatager
Saartje was dochter van de Amsterdamse banketbakker Mozes Snatager en Flora Gosschalk.
Louis Gosschalk had samen met zijn broers Heiman (1866-1943) en Bernard (1875-1955) de exportslachterij Fa. S. Gosschalk in de Noordenbergstraat. De broers hadden deze overgenomen van hun vader Samuel Gosschalk (1836-1910).
Rechts een advertentie van de slagerij S. Gosschalk in het Deventer Dagblad van 1928.AdvDevDagbl1928

Dochter Flora (overleden in 1960) is in 1922 getrouwd met Salomon van Essen (1900-1969) die in Zwolle een grossierderij had in manufacturen. Zij kregen vier kinderen; Louis Salomon (Loek) (1934-2010) en Henriette Sara (Jetty) (1924-2013), Sonja en Jacky.


Zoon Loek is van 1952-1959 voorzanger geweest in de synagoge in de Lange Bisschopstraat. Hij woonde met zijn vrouw Betty Kok en hun vier kinderen boven de synagoge. LoekvanEssenvoorzangerDaarna is het gezin van Loek naar Israël verhuisd.
Op de foto links: Loek van Essen als voorzanger in Deventer.

In Israel heeft Loek van Essen zijn naam veranderd in Aryeh Assan. In 1985 heeft hij een autobiografisch boek geschreven ”De vliegende vis”.  Daarin beschrijft hij de exportslachterij van zijn grootvader, Louis Gosschalk. Louis had samen met twee broers gemeenschappelijk een zich uitbreidend vleesbedrijf opgericht en verdienden daarmee goed de kost. Het bedrijf bestond uit een winkel met daarachter het kantoor, de worstmakerij en het grote koelhuis waarin het vlees voor de export hing. Louis was de middelste van de broers en ook wat godsdienst betreft bewandelde hij de middenweg.
Zijn jongste broer Bernard was ‘klokvrij’ (kortom, hij hield zich minder aan de religieuze regels en sjabbath) en liberaal, en de oudste, Heiman, was stinkend vroom. Vanwege die laatste bleef het bedrijf op zaterdag potdicht en werd er bij hem thuis op sabbatmiddag met een tiental andere middenstanders thuis geleerd. Heiman had ook altijd een pet op. Hij was wat nors en zwijgzaam. Bernard zorgde voor de inkoop, Louis was belast met de leiding van de verkoop. Wat Bernard had ingekocht moest Louis weer zien te verkopen. Heiman hield zich bezig met de administratie, daarbij geassisteerd door een van zijn zoons. Ook de woonomgeving van het gezin van Louis en Saartje, de Tweede Pauwelandstraat, in de buurt van de Beestenmarkt, wordt mooi beschreven in “De vliegende vis”.

BriefSimonvanSpiegel1940De andere dochter van Louis en Saartje Gosschalk, Marianne, was getrouwd in 1936 met Simon Meijer (Semmie) van Spiegel, die in Deventer was geboren in 1910. Semmie was de zoon van Meijer S. van Spiegel (1878-1942) en Esperance Rubens (1878-1943). Meijer had een kosjere slagerij in de Nieuwstraat.

Voor haar huwelijk was Marianne winkeljuffrouw. Met Simon kreeg ze in 1940 een dochter: Esperance Louise (Spransje), vernoemd naar de moeder van Simon. Semmie van Spiegel was boekhouder van een vleeswarenfabriek, waarschijnlijk bij de slachterij van zijn schoonfamilie.

Simon was heel vroom en actief in de joodse gemeente Deventer, evenals zijn vader. Hij was voorzitter van de schoolcommissie van de joodse godsdienstschool in de Roggestraat en vanaf 1941 werd hij benoemd tot hoofd van deze school (nu Etty Hillesum Centrum). Rechts de brief  van Simon van Spiegel uit 1940 waarin hij het kerkbestuur dankt voor de benoeming in de schoolcommissie.

De familie Gosschalk was actief binnen de joodse gemeente Deventer.
Saartje was presidente van vrouwenvereniging Beries Awrohom (= verbond van Abraham), een vereniging die ten doel had arme kraamvrouwen te ondersteunen en bij te dragen in de kosten van de besnijdenis.

UitnodigingOok was zij 35 jaar presidente van Gemiloeth Chasadiem, de vrouwenvereniging waar studie van de Talmoed centraal staat. Deze vereniging heeft in 1932, toen de synagoge in de Golstraat 40 jaar bestond, gebrandschilderde ramen geschonken aan de synagoge. Op de foto links een uitnodiging voor de vergadering Gemiloeth Chasodiem in 1935. 
Saartje was ook lid van de Deventer joodse begrafenisvereniging bestaande uit vrouwen die lijkwaden naaiden en de overledenen verzorgden.

Louis Gosschalk was donateur van de Joodsche Deventer Jeugdvereniging Tikwas Jisroeil en zijn dochter Marianne was lid en actief in het bestuur daarvan.  

Eind 1942 moesten veel joodse families uit de provincie die nog geen oproep hadden gehad voor Westerbork, verhuizen naar het joodse getto in Amsterdam. Daar waren de huizen inmiddels leeg omdat die gezinnen al op transport waren gesteld. Zo kwam Saartje met het gezin van haar dochter Marianne en hun pleegdochter Lieselotte te wonen op de Retiefstraat 90.

Vandaar uit moesten Saartje en Lieselotte op 16-3-1943 naar Westerbork. Beiden werden een week later op 23-3-1943 doorgestuurd naar Sobibor waar ze drie dagen later bij aankomst werden vergast.

Het gezin van Simon van Spiegel, Marianne en dochter Spransje kwamen op 20-6-1943 in Westerbork aan vanuit Amsterdam en het gezin ging twee weken later op 13-7-1943 door naar Sobibor waar het drie dagen later bij aankomst werd vergast.

© Lex Rutgers (EHC)