door Lex Rutgers
Tot hun deportatie woonde de familie Zwartz aan de Kerkstraat 12:
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Wolf Zwartz | Oldenzaal | 21-01-1890 | Sobibor | 28-05-1943 |
Hendriene Zwartz- Spanjaard | Borne | 10-01-1902 | Sobibor | 28-05-1943 |
Isaac Maurits Zwartz | Deventer | 08-05-1929 | Sobibor | 28-05-1943 |
Fritz Robert Zwartz | Deventer | 28-06-1932 | Sobibor | 28-05-1943 |
Het gezin Zwartz woonde hier vanaf 1937.
Wolf Zwartz (foto links van 1942) is geboren in 1890 in Oldenzaal. Hij komt uit de bekende familie Zwartz die in Oldenzaal een textielfabriek had. Deze bestaat nog steeds.
Wolf is getrouwd in 1928 met Hendriene Spanjaard, die geboren is in 1902 in Borne. Hendriene komt ook uit een bekende familie van textielfabrikanten. Hendriene was ook een achternichtje van Wolf.
Na hun huwelijk zijn ze gaan wonen op de Zwolseweg. Daar zijn hun zonen geboren. In 1929 Isaac Maurits (Iek) en in 1932 Frits Robert (Frits). Op de foto uiterst rechts zit Iek en op de stoel zit Frits, beide foto's van 1942.
De moeder van Wolf, Regina Zwartz-Plaat, woonde vanaf 1929 als weduwe ook in Deventer. Ook een zus van Wolf, Berendina, woonde met haar gezin in Deventer op de Keizerstraat waar haar man Samuel Meijerson een accountantskantoor had.
Wolf was directeur van de kantfabriek, de DKR, Deventer Kantfabriek Rielerenk. Deze is opgericht in 1916 en zat in de Dumbarstraat. Hij is in 1936 afgetreden als directeur. Hij werkte daarna als vertegenwoordiger.
Op de foto links onder het logo van de Deventer Kantfabriek Rielerenk in 1931.
Het gezin was religieus joods. Vader zat vanaf 1929 in het kerkbestuur. Daarnaast was hij lid van het armbestuur van de Joodse gemeente. Zijn zonen gingen naast hun lagere school nog een paar keer in de week naar de joodse godsdienstschool, in het gebouw waar nu het Etty Hillesum Centrum is.
Hun moeder, Hendriene, was betrokken bij de buitenschoolse opvang van de joodse jeugd. Daarnaast verkocht zij aan huis loten voor de Joodse Invalide, een instelling voor verpleging van ouderen en gehandicapten in Amsterdam.
Wolf zat ook in het Comité Joodse Vluchtelingen, afdeling Deventer, waar hij penningmeester van was en vanaf 1939 voorzitter. Vanaf de bezetting zat hij vanaf 1941 in de Joodse Raad, afdeling Deventer, hoofd van de afdeling Sociale Zorg en Uitzending.
Wolf was ook lid van UD, de cricket- en voetbalclub in Deventer, de tegenhanger van Go Ahead.
De zonen Iek en Frits zaten op de Montessorischool. In september 1941 moesten de joodse leerlingen naar aparte joodse scholen. Dit was één van de anti-joodse maatregelen van de bezetters. Iek zat toen al op de HBS in Deventer maar moest toen naar het Joods Lyceum in Zwolle.
Het gezin Zwartz moest eind 1942 uit hun huis op de Kerkstraat en verplicht gaan wonen op een verzameladres op Brink 24, nu nummer 21.
Daar woonden meerdere joden. De buren uit de Kerkstraat, de familie Gregory, heeft hen daar nog bezocht en wat eten gebracht.
Op 9 april 1943 zijn alle joden die nog in Deventer woonden getransporteerd naar kamp Vught, waaronder het gezin Zwartz. Het gezin ging op 24 mei 1943 naar Westerbork en de volgende dag op transport naar vernietigingskamp Sobibor waar ze drie dagen later na aankomst zijn vergast.
De moeder van Wolf, Regina Zwartz-Plaat, is op 11 april 1943 in Deventer overleden. Zij was 94 jaar. Een paar dagen daarvoor was haar zoon Wolf met haar gezin al naar kamp Vught vertrokken.
Rechts op de foto: de grafsteen van Regina Zwartz-Plaat op de joodse begraafplaats Deventer.
Wolf's Deventer zussen Berendina en Henriëtte, het gezin van Berendina en het gezin van Wolf's zus Sophia Cohen- Zwartz werden in de kampen vermoord. Van het gezin van Wolf's broer Eliëzer Zwartz hebben twee dochters de oorlog overleefd hebben.
De moeder van Hendrine, Rosa Spanjaard-Cohen, heeft de oorlog overleefd en is overleden in 1963 op 84-jarige leeftijd.
© Lex Rutgers/Etty Hillesum Centrum