door neef Lex van Boetzelaer (1)
Lodewijk Henrick Zeger baron van Boetzelaer woonde aan de A.J. Duymaer van Twiststraat 40 (was nr. 13).
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Lodewijk Henrick Zeger baron van Boetzelaer | Dinther | 11-09-1921 | Raalte | 21-12-1944 |
Zeger was een telg uit de adellijke familie Van Boetzelaer en groeide op op het landhuis Zwanenburg in Dinther.
Zijn ouders waren Mr. Otto Maximiliaan baron van Boetzelaer (1891 Maartensdijk - 1954 Utrecht) en Ursula Cunera jonkvrouw van Asch van Wijck (1892 Rhenen - 1963 Maartensdijk). Hij had een oudere broer Rutger Wessel baron van Boetzelaer (1918 De Bilt - 2021 Maartensdijk).
Zeger was gek op paarden. Van hun ouders kregen de jongens op de koperen bruiloft van hun ouders een ezel cadeau. Zeger was helemaal weg van de ezel, terwijl Rutger, met een meer technisch inslag, zorgde dat er een goed hok gebouwd werd. Op de foto rechts Zeger op ezel Minka begin 1929.
Aanvankelijk gingen ze in Dinther naar school, later werd dat de lagere school en de HBS in Den Bosch. Nog later stapte Zeger over naar de MULO in Utrecht.
Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ging Zeger in Deventer studeren aan de Tropische Landbouwschool (Middelbare Koloniale Landbouwschool). Daar woonde hij op de A.J. Duymaer van Twiststraat nr. 13 (later omgenummerd naar nr. 40). Hij zou daar in de oorlog ook verkering met een meisje hebben gehad: Emmy, de dochter van een politieagent. Zijn moeder stond daar niet zo achter, waarschijnlijk omdat het meisje niet van adel was, maar daar trok Zeger zich niets van aan. Gedurende de oorlog ontstond er geleidelijk aan een verzetsbeweging in Deventer, mede geïnitieerd door één van de leraren op die school. Gevolg was dat de school een groot aantal van de verzetsstrijders voortbracht, waaronder Zeger.
Aangezien er altijd in het uiterste geheim gehandeld werd, is er weinig over de verzetsbeweging bekend. Zelfs zijn familie wist niets van Zegers activiteiten. De familie had op Zwanenburg Joodse onderduikers in huis, waaronder de schrijver Leonard de Vries, en daar was Zeger weer niet van op de hoogte.
Zeger zat in het verzet bij de Centrale Inlichtingendienst (CID). Wat van hem bekend is geworden, is dat hij meegewerkt heeft met het aanleggen van een geheime telefoonverbinding vanaf Deventer door de IJssel over de Veluwe, met de bedoeling de vijand te kunnen afluisteren. Deze verbinding is nooit operationeel geweest.
Op 1 september vertrok Zeger voor het laatst van zijn ouderlijk huis Zwanenburg. Hij ging vanuit het gebied dat op het punt stond bevrijd te worden, terug naar Deventer. Zeger zei tegen zijn familie dat hij terug moest, omdat hij beloofd had naar vrienden te gaan. Aangezien de geallieerden de verzetsmensen in Nederland kenden, is het goed mogelijk dat hij voor zijn vertrek contact met de Engelse geallieerden heeft gehad en het verzoek gekregen heeft om naar Deventer terug te keren.
Het einde van de oorlog heeft Zeger niet meer meegemaakt. Op 21 december 1944 werd hij in Raalte, waarschijnlijk in een vuurgevecht om zijn commandant Joop Zwijnenberg te bevrijden, geraakt door een Duitse kogel en stierf hij. Het vuurgevecht ontstond naar zeggen nadat een (waarschijnlijk) Poolse verzetsmaat begon te schieten, maar zijn wapen niet afging. De Poolse maat wist te ontkomen. Zwijnenberg was in de buurtschap Pleegste (een gehucht bij Raalte) opgepakt door de Duitse Polizei, waarschijnlijk al vóór 21 december. Vermoedelijk werd hij op 21 december vervoerd van Raalte naar Deventer toen het verzet hem probeerde te bevrijden. Er was sprake van een echte overval op de Duitsers. Dat was bij Wesepe, onder Raalte.
Een andere versie van het voorval (in 2004 verteld door een toen nog levende oud-medeverzetsstrijder van Zeger) is dat er in Raalte een Engels persoon met een vliegtuigje zou landen om in het geheim een ontmoeting te hebben met een Nederlandse commandant die in een kerkgebouw in Raalte ondergedoken zat. Volgens deze weergave zou Zeger ook iets met die ontmoeting te maken hebben.
Zou Zeger niet in deze strijd omgekomen zijn, dan zou het mogelijk later gebeurd zijn. Hij was namelijk lid van de groep verzetsstrijders die op 10 april 1945 betrokken was in het zogenoemde Twentol-drama in Deventer, waarbij er van de acht slechts één wist te ontsnappen. De anderen kwamen om of werden vlak voor de bevrijding gefusilleerd
Pas na maanden na Zegers overlijden, in april 1945, kregen zijn ouders bericht van het hele gebeuren, van één of twee van zijn verzetsmaten. Zeger is in Deventer met nog zeven verzetsmaten begraven in het Oorlogsmonument op de begraafplaats langs de Raalterweg in Deventer. Op de foto rechts het monument met alle namen van de verzetsmaten op de begraafplaats in Diepenveen.
(1) De levensbeschrijving van Zeger is gemaakt door neef Lex van Boetzelaer. De basis komt van het artikel op Wikipedia, dat hij grotendeels ook zelf ooit geschreven heeft en daarna nog wat aangevuld en gewijzigd heeft.