door Jan Schukkink
Tot hun deportatie woonden ze aan de Noordenbergstraat 92, nu nummer 67:
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Eduard Berg | Holten | 29-01-1871 | Sobibor | 14-05-1943 |
Hester Berg- Muller | Deventer | 03-08-1867 | Vught | 19-04-1943 |
Eduard werd geboren op 29 januari 1871 in Holten. Zijn vader was David Berg die in 1843 in Holten het levenslicht zag; hij overleed in 1909 in Deventer. Zijn moeder was Johanna Polak, geboren in Bathmen. Zij overleed in 1922 in Deventer.
Hester Muller werd op 3 augustus 1867 geboren in Deventer. Haar vader was Jacob Muller die in 1832 in Diepenheim werd geboren. Haar moeder was Kaatjen Goedhart, geboren in 1837 in Enschede en in 1897 overleden in Londen.
In het huis naast Eduard en Hester, nu Vijgeboomgang 1, woonde familie van Eduard, te weten zijn broer Jacob en zijn zus Johanna en de echtgenoot van zijn zus, ook een Jacob Berg, en haar schoonvader, wederom een Jacob Berg.
Familie van Hester, haar ouders en een broer en een zus, woonden eveneens met hun gezinnen in Deventer.
Dina, een zuster van Eduard, trouwde met Izaak Muller, een broer van Hester. Izaak had een kledingzaak in de Walstraat.
Eduard woonde sinds 1886 in Deventer, eerst aan de Papenstraat en later aan de Noordenbergstraat. Hij handelde in van alles en nog wat, begon als handelaar in lompen en stond geregistreerd als koopman in ongeregelde goederen.
Op de Noordenbergstraat had hij een grote uitdragerij. Hij had nog een tweede winkel naast de winkel van zijn broer Jacob Berg waar hij tweedehands meubelen, fornuizen en antiek verkocht; hier kwam een deftiger type clientèle op af. Eduard stond bekend als een gewiekste koopman. Elke vrijdagmorgen werden handwagens volgeladen. De halve winkelvoorraad werd vervoerd naar de vrijdagmarkt op de Brink, zie de foto hiernaast links. Hier had Eduard een grote standplaats waar naar verluidt ook tinnen kannen, blaasbalgen, potten en kandelaars te koop werden aangeboden.
In het Noordenbergkwartier met straten als Graven, Papenstraat, Nieuwstraat en Noordenbergstraat, in de volksmond ‘het Noorden,’ genoemd, waren veel bedrijfjes gevestigd, voornamelijk kleine middenstand en bedrijfjes, cafés, winkels, pakhuizen, werkplaatsen, drukkerijen, herbergen en fabriekjes. Voor de oorlog woonden en werkten er veel joodse neringdoenden die aan de kost kwamen met uiteenlopende handel, maar ook als taxateur of slager.
Eduard wordt beschreven als een klein mannetje; zijn vrouw Hester als een forse corpulente vrouw die uitsluitend op pantoffels liep. Vanwege haar forse gestalte kon ze zich moeilijk voortbewegen in de winkel die mudvol stond met handelswaar. Ze zat vaak op een stoel. Een broer en zuster van Eduard woonden pal naast hen. Haar ouders woonden ook in de buurt; ze hadden een groentewinkel op de hoek van de Noordenbergstraat en het Muggeplein.
Eduard was lid van de joodse gemeente en bezocht de synagoge aan de Golstraat.
In de loop van 1942 voerden de nazi-bezetters de anti-joodse maatregelen en intimidaties op. De dreiging van deportatie nam toe. Om transport naar een kamp te voorkomen vroeg Eduard een Sperre aan, een bewijs om transport te voorkomen of uit te stellen. Een huisarts hielp daarbij; blijkens een doktersattest van september 1942 moest hij onder voortdurend medisch toezicht staan en kon hij niet worden vervoerd. De Sperre heeft hij echter niet gekregen, wel werd hij eind 1942 als patiënt, naar een joods ziekenhuis aan de Brink gebracht. Het doktersattest werd tegen hem gebruikt. Het pand aan de Brink was in feite een verzameladres waar joden werden geconcentreerd om ze later via razzia’s alsnog naar Westerbork te vervoeren. Enkele maanden later werd Eduard op het adres Sandrasteeg 5, eveneens een verzameladres, herenigd met Hester. En volgens de duivelse logica van de nazi’s werden intimidatie, concentratie en registratie gevolgd door deportatie. Begin april 1943 volgde na een razzia in Deventer, transport naar concentratiekamp Vught. Hester is hier tien dagen na aankomst bezweken. Enkele weken later, op 9 mei 1943, werd Eduard via Westerbork naar Sobibor vervoerd waar hij direct na aankomst is vergast. In ditzelfde transport zaten zijn zus Johanna met haar echtgenoot Jacob Berg.
© Lex Rutgers (EHC)