door Johan van der Veen (1)
Tot zijn arrestatie op 31 oktober 1941 woonde hij aan de Veenweg 148 (nu 152).
naam | geboren te | datum | overleden te | datum |
Daniël van der Meulen | Deventer | 04-02-1896 | Kamp Amersfoort | 16-10-1942 |
Familie en gezin
Daan van der Meulen werd op 4 februari 1896 in Deventer geboren. Zijn vader, Jacob, geboren in 1850, kwam uit Beesterzwaag (Friesland).
Zijn moeder, Maria Johanna Orelio, zag in 1863 het levenslicht in Deventer. Bij de geboorte van Daan waren er al vijf kinderen in het gezin: 4 dochters en 1 zoon. Drie kinderen waren op zeer jonge leeftijd overleden. Na Daan werden er nog een zusje en drie broertjes geboren.
Jacob van der Meulen was metselaar van beroep. Het gezin woonde op een groot aantal adressen in Deventer. In het Adresboek voor Deventer 1914 staat hij als metselaarsknecht op het adres Molenstraat 17. Het adresboek van 1915/1916 vermeldt als adres Schoutenweg 3c. Op 3d, naast de Van der Meulens, woonde het gezin van H.G.J. Hamer, die stukadoor van beroep was. Volgens het adresboek 1920/1921 woonde de familie Hamer op nummer 13 en de familie Van der Meulen op nummer 15. Wat er precies met de nummering is gebeurd, blijft gissen.
Op 6 februari 1919 trouwde Daan met zijn buurmeisje, Alina Arendina (Line) Hamer. Zij was het derde kind uit het tweede huwelijk van Hendrik Gerrit Jan Hamer, geboren te Deventer in 1860. In augustus 1886 vestigde hij zich met zijn eerste vrouw Geesje Luchies en hun dochter Wendelina vanuit Meppel in Deventer. Wendelina was op dat moment nog geen jaar oud. Het echtpaar kreeg ook nog twee zoons, Jan en Rudolf, die beiden op jonge leeftijd stierven. Moeder Geesje overleed kort na Rudolf op 4 oktober 1891. Dochter Wendelina vertrok in 1895 naar Havelte.
Op 12 april 1894 trouwde de weduwnaar Hamer met Arendina Hermina van Beek, oud 27 jaar en geboren in Olst. De bruid was op dat moment dienstbode van beroep, de bruidegom huisbediende. Het echtpaar kreeg 8 kinderen: 4 meisjes en 4 jongens. Line werd geboren op 17 november 1897. Twee zusjes stierven jong: één nog geen 9 maanden oud in 1909, het andere in 1910 op veertienjarige leeftijd. De moeder van het gezin overleed op 11 december 1914.
Line en Daan kregen twee dochters: Maria Johanna (Rie), geboren op 15 januari 1920, en Arendina Hermina (Dien), geboren op 2 augustus 1921. Eerst woonde het gezin op twee adressen op de Tabakswal; daarna bij Hendrik Gerrit Jan Hamer op Schoutenweg 13. In het Adresboek voor Deventer 1922 staat Daan als los arbeider ook op dit adres vermeld. In het adresboek van 1924 staat als adres Veenweg 96. Daan is dan nog steeds los arbeider. Het adresboek 1933 vermeldt hetzelfde adres, nu echter met een nieuw beroep: agent levensverzekering. Daan was agent van de Verzekeringsmaatschappij Noord-Brabant geworden. De gezinskaart van Daan vermeldt eveneens het doorgehaalde adres Veenweg 96. Ook het beroep van fabrieksarbeider is doorgehaald en vervangen door dat van agent levensverzekering. Volgens deze kaart is het gezin op 12 juli 1935 aangemeld op het nieuwe adres Veenweg 148. Volgens het kadaster was de woning eigendom van “Daniël van der Meulen en consorten, fabrieksarbeider”.
Daan was niet alleen als agent in levensverzekeringen werkzaam. In het Deventer Dagblad van april 1938 staan advertenties van de Eerste Deventer Auto-Begrafenis Onderneming. Daan is als aanspreker bereikbaar op zijn huisadres en op telefoonnummer 4110. De advertenties vermelden verder nog: “Regelt tevens geheele crematies Westerveld”.
Op 5 september 1938 verscheen Daan als getuige voor het kantongerecht in Deventer. Hij werd gehoord inzake een verkeersongeluk op de Veenweg bij de Oud-Bathmenseweg.
Dochter Rie adverteerde in De Koeier- Deventer Dagblad van 22 september 1939 voor haar modevakschool die aan huis op de Veenweg gevestigd was.
Dien, haar zus, was verkoopster in een hoedenzaak in de Lange Bisschopsstraat.
Communist
Daan was afkomstig uit een rooms-katholiek gezin. Het is niet bekend wanneer hij lid van de communistische partij is geworden. Mogelijk heeft zijn zwager Gerrit Hamer, die in 1931 afdelingsvoorzitter van de CPH was, daar een rol in gespeeld. Hij komt voor in een politierapport van 29 april van dat jaar. In dit rapport, dat deel uitmaakt van een klein dossier over Johannes Bertus van Ewijk, die verdacht werd van communistische activiteiten, staat het volgende opgemerkt: “Hij (auteur: Van Ewijk) gaat geregeld om met den voorzitter van de afdeeling Deventer van de Communistische Partij, zijnde G. Hamer, sigarenmaker, wonende aan de Bursesteeg 7.”
Op de door de CID opgestelde Lijst van links-extremistische personen geordend per gemeente, met alfabetische klapper, 1939, komt Daan voor als “vooraanstaande lid van de C.P.N.”.
Illegaliteit
Begin juli 1940 kwam in het partijgebouw Parlando het “beperkte” partijbestuur van de CPN bijeen: het driemanschap Paul de Groot, Jan Dieters en Lou Jansen, met alleen de illegaal in te schakelen partijbestuurders. Op de foto rechts: Lou Jansen (collectie Ruud Jansen. Origineel NIOD, archief 020, Generalkommissariat für Verwaltung und Justiz, inv. nr. 4734, stukken betreffende de doodvonnissen van Lou Jansen en Jan Dieters). Vooruitlopend op het verbod van de partij werd besloten de legale partij te ontbinden. Voor de coördinatie van de opbouw van de illegale partij in de verschillende districten werden instructeurs aangewezen. Na de vergadering werden zij door de leden van het driemanschap benaderd. Eén van hen was de Amsterdamse communist Joop Geerligs.
Op 20 juli werd de CPN door de Duitsers verboden. De volgende dag werd er een vergadering gehouden waarbij ook de instructeurs aanwezig waren. Het was de laatste zitting van de partijleiding in uitgebreide vorm. Tussen de leden van het driemanschap werd de volgende taakverdeling afgesproken: Paul de Groot kreeg de algemene leiding en de redactie van uit te geven teksten; Jan Dieters en Lou Jansen gingen het instructiewerk coördineren: Jansen voor Amsterdam en Dieters voor de overige districten. Geerligs werd onder meer instructeur voor de IJsselstreek en Twente. Hij viel dus onder Dieters, die hem in contact bracht met Toon Kleinbussink in Deventer. Na deze vergadering dook het driemanschap onder.
De illegale Waarheid begon op 23 november 1940 te verschijnen. De krant verscheen tweewekelijks en landelijk. Ook Deventer kende een “Waarheid-groep”. Daan van der Meulen was één van de drijvende krachten binnen deze groep.
Als verzekeringsagent kwam Daan bij veel mensen over de vloer. Zo kwam hij regelmatig bij de familie Van ’t Einde in Terwolde. Daar werd koffie gedronken en eindeloos met vader Gerrit Jan over politiek gesproken. Mogelijk heeft Daan hem bij het illegale werk betrokken.
Bovendien zamelde hij steungelden in voor de achtergebleven gezinsleden van opgepakte kameraden. Bij deze activiteit werd hij geholpen door zijn oudste dochter. Het is zeer aannemelijk dat hij onder meer samenwerkte met zijn zwager Gerrit Hamer, met Theo Renshof, Toon Kleinbussink, en Johan Teunissen, bij wie thuis De Waarheid werd gedrukt.
Gearresteerd
Daan werd op 31 oktober 1941 in Deventer gearresteerd door inspecteur Berends en rechercheur Kuyper van de Rijksopsporingsdienst. Hij werd om 20.30 uur op het politiebureau ingesloten. De volgende ochtend om 9.20 uur werd hij door rechercheur Grin van dezelfde Rijksopsporingsdienst meegenomen naar Arnhem.
Antonie Berends, geboren op 23 augustus 1907 in Deventer, werkte eerste anderhalf jaar als stuurmansleerling. Omdat hij vanwege zijn ogen voor de zeevaart werd afgekeurd, werd hij vertegenwoordiger. In 1931 verliet hij Deventer en begon hij zijn loopbaan bij de Amsterdamse politie. Op 10 oktober 1941 werd hij met rechercheur Kuyper en drie andere rechercheurs gedetacheerd bij de procureur-generaal te Arnhem. Berends en zijn mannen werden ingezet bij de bestrijding van sabotage en brandstichtingen in Overijssel en Gelderland.
De vrouw van Daan legde op 4 oktober 1945 een verklaring af over de gang van zaken rond de arrestatie van haar man: ze wist dat haar man in 1941 illegaal werk verrichtte. Hij zamelde geld in voor onderduikers en slachtoffers. Op 31 oktober om ongeveer 19.00 uur stopte in de omgeving van haar woning een auto waaruit 4 of 5 in burger geklede personen, onder wie Berends, kwamen om haar man te arresteren. Daarvoor waren er ook al enige keren beambten van de SD met hetzelfde doel aan de deur geweest. Daan was die bewuste avond niet thuis. Er werd huiszoeking gedaan, maar niets gevonden. Ze vroegen waar Daan zich ophield. Line antwoordde dat zij dit niet wist.
Line werd aangehouden. Ze kreeg te horen dat ze mee moest naar Arnhem en pas vrijgelaten zou worden als Daan was opgepakt. Ze werd overgebracht naar het politiebureau van Deventer en daar verhoord. Haar ondervragers wilden weten waar Daan was en of er geld bij haar thuis werd gebracht. Line gaf ontkennende antwoorden. Tijdens dit verhoor sprong Berends overeind en begon tegen haar te schelden. Hij zei onder andere: “Uw man is de gevaarlijkste man die er loopt en wij willen en zullen Uw man hebben en als U ons niet vertelt waar hij zich bevindt, wordt U niet meer vrijgelaten.”
Voordat Line mee werd genomen, werden haar twee dochters door een beambte bedreigd: als hun vader niet zou worden aangehouden, zouden ook zij naar Arnhem worden getransporteerd.
Een kwartier nadat het verhoor van Line was beëindigd, werd Daan binnengebracht. Later vernam Line van haar dochters dat hij bij familie was ondergedoken. Maar toen hij hoorde dat zijn vrouw gearresteerd was, kwam hij naar zijn woning met als doel om zichzelf aan te geven. Hij werd in zijn woning aangehouden. Toen de mannen op het punt stonden Daan naar het politiebureau in Deventer over te brengen, wilden de twee dochters graag afscheid van hem nemen. Berends stond dit niet toe, waarop Dien, de jongste dochter, hem aanvloog. Berends trok daarop zijn revolver.
Toen Daan op het politiebureau was binnengebracht, mocht zijn vrouw weer naar huis.
De volgende dag werd hij naar Arnhem overgebracht.
Gevangen
Volgens Line heeft haar man ongeveer 3 maanden vastgezeten in het Huis van Bewaring te Arnhem. Op 13 of 14 februari 1942 werd hij samen met een groep communisten vanuit Arnhem overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen. Ze zouden later worden berecht. Tot een proces is het echter nooit gekomen. Ook in Scheveningen heeft hij ongeveer 3 maanden gevangen gezeten. Vervolgens is hij op transport gesteld naar Kamp Amersfoort.
Gefusilleerd
Daan werd op 16 oktober 1942 met 14 anderen in Woudenberg gefusilleerd als represaille voor sabotageacties in Twente en Deventer en omgeving. Op de foto hieronder: het herdenkingsbord bij de plaats van de fusillade. Ze kregen dit de avond ervoor te horen. Het is onduidelijk wie voor de selectie van deze 15 mannen verantwoordelijk was. Het besluit om hen als represaille te fusilleren werd genomen in een zogenaamde Chefsitzung bij Seyss-Inquart.
Willy Engbrocks, ex-Karteifüher van Kamp Amersfoort, beschrijft in Een mens in haatuniform de nacht van 15 op 16 oktober 1942, die hij bij de ter dood veroordeelden doorbracht. Ze waren opstandig, omdat ze zouden worden doodgeschoten vanwege daden waar ze als gijzelaar part noch deel aan hadden gehad. Er werd gebeden, gevloekt en vreselijk gescholden. Er werd ook gezongen en gelachen. Het was een chaotische toestand. Angst en wanhoop overheersten. En ergens hoopten ze dat de daders van de sabotageacties toch nog voor de ochtend zouden worden opgepakt. Iedereen dacht aan zijn gezin.
“Meneer Engbrocks, mogen we nog een laatste brief schrijven aan vrouw en kinderen?” Daarvoor werd toestemming gegeven en Engbrocks zorgde voor papier en schrijfgerei.
Ook Daan schreef die nacht een afscheidsbrief aan zijn vrouw en kinderen.
Line
Line heeft uit de krant moeten vernemen, dat haar man was doodgeschoten. Zie de publicatie hiernaast in de Koerier, bron HCO/Stadsarchief Deventer. Door tussenkomst van het Rode Kruis ontving zij de afscheidsbrief van Daan. Ook kreeg ze via-via zijn portemonnee.
Begin september 1945 kreeg ze bericht vanuit Kamp Amersfoort, dat het lichaam van haar man was opgegraven en geïdentificeerd. Daarop is zij op 11 september naar het kamp gegaan. Zij bevestigde dat de haar getoonde kledingstukken van Daan waren.
Daan werd op donderdag 25 oktober 1945 onder grote publieke belangstelling, samen met Aalbert Jan Gerritsen, Dick Bannink, Jo Rodert en William van Ewijk begraven. In 1984 zijn hun stoffelijke resten van de begraafplaats aan de Raalterweg te Deventer overgebracht naar het Nationaal Ereveld Loenen.
Line bleef op de Veenweg wonen. Volgens het adresboek van 1959/1960 woonde ze toen nog steeds in hetzelfde huis, nu op het omgenummerde adres Veenweg 152.
Line overleed op 27 september 1991 te Raalte. Na haar crematie in Zwolle bracht de familie de bloemen naar het graf van Daan op het Ereveld Loenen.
© Johan van der Veen
(1) Naast de in de tekst genoemde bronnen is gebruik gemaakt van onderstaande bronnen en literatuur:
- Interview met Gré van der Meulen - Strijks op 21 juni 2017; interview met Marianne Vonhoff-Draaijer op 11 september 2017; aanvullend gesprek met haar en Daan Draaijer op 6 augustus 2018. Zie voor de geboorteakte van Daan van der Meulen: NL-DvHCO, HCO Stadsarchief Deventer, ID 0724, Burgerlijke Stand Deventer, inv.nr. 42, aktenr. 90;
- NL-DvHCO, HCO Stadsarchief Deventer, ID 1414, Bevolkingsregister Deventer, inv.nr. 2651, blad 26; inv.nr. 2700, blad 72, 94, 96;
- NL-DvHCO, ID 0724, inv.nr. 89, aktenr. 22;
- NL-DvHCO, ID 1414, inv.nr. 2653, blad 265;
- NL-DvHCO, ID 0724, inv.nr. 304, aktenr. 58;
- NL-DvHCO, ID 1414, inv.nr. 2695, blad 91;
- NL-DvHCO, ID 1414, inv.nr. 2732, blad 86;
- NL-DvHCO, ID 1414, inv.nr. 377 (scans 0239 en 0240);
- Kadaster Deventer, Sectie B, Perceel 12214, leggerartikel 9986, reeks3;
- Deventer Dagblad, 14, 16, 19 en 28 april 1938;
- Deventer Dagblad, 7 september 1938;
- NL-DvHCO, HCO Stadsarchief Deventer, ID 0759, Politie Gemeente Deventer, inv.nr. 539-3, nr. 3;
- H. Galesloot en S. Legêne, Partij in het verzet, de CPN in de tweede wereldoorlog, Amsterdam, 1986, blz. 42 – 43; W.F.S. Pelt, Vrede door Revolutie. De CPN tijdens het Molotov-Ribbentrop Pact (1939 – 1941), ’s-Gravenhage, 1990, blz. 225 – 227;
- Partij in het verzet, blz. 57;
- Gesprek met de heer R. van ’t Einde op 13-8-2018.
- Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, archief 00347, Archief CPN, inv.nr. 155 (IJsselstreek) en 168 (IJsselstreek); Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, 245 Archief Erelijst van gevallenen, inv.no. 39;
- Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, 245 Archief Erelijst van gevallenen, inv.no. 47 (Renshof); K.H. Vos, redacteur en samensteller, Deventer 1940-1945, Deventer, 1985, blz. 99;
- NL-DvHCO, ID 0759, inv.nr. 84, nr. 304 en 305;
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Centraal Archief van de Bijzondere Rechtspleging (CABR), nummer toegang 2.09.09, inventarisnummer 66863 (BG Arnhem, dossier 1644): Politieke Opsporingsdienst Enschede. Procesverbaal: opgemaakt contra Antonie Berends, geboren te Deventer, 23 augustus 1907, voormalig waarnemend commissaris van Politie te Enschede, thans gedetineerd verdacht van verschillende misdrijven als bedoeld in de Algemeene Lastgeving van den Chef van den Staf Militair Gezag d.d. 10 februari 1945, blz. 30 – 31 en 116;
- Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Directoraat-Generaal van Politie, (1937) 1940-1946 (1948), nummer toegang 2.09.53, inventarisnummer 136 (RR 12);
- C. Beuker, Communistisch Verzet in Friesland, 1925 – 1945, Bornmeer, 2017, blz. 373; nadere toelichting hierop door Chris Beuker op 24-7-2018;
- Dr. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, juli ’42 – mei ’43, deel 6, eerste helft, ’s-Gravenhage, 1975, blz. 74-75;
- R. Valkenburg, Een mens in haatuniform, portret van Willy Engbrocks, ex-bewaker van Kamp Amersfoort, Franeker, 1974, blz. 9 – 15;
- Archief Eemland, Amersfoort, toegang 0280, Collectie van de Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort, 1942-2008, inv.nr. 105;
- Algemene Koerier voor Overijssel en Gelderland, 25 oktober 1945.